ECLI:NL:HR:2025:1844

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 december 2025
Publicatiedatum
4 december 2025
Zaaknummer
24/03722
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over poging tot doodslag en TBS met dwangverpleging

In deze zaak gaat het om een cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, waarin de verdachte is veroordeeld voor poging tot doodslag, bedreiging met enig misdrijf tegen leven gericht en het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. De feiten dateren uit 2020, toen de verdachte in Amsterdam een willekeurige wandelaar met een vuurwapen in de buik schoot. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 66 maanden op, evenals TBS met dwangverpleging. De verdachte heeft in cassatie beroep ingesteld, waarbij zijn advocaat J. Kuijper cassatiemiddelen heeft voorgesteld. De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep op 9 december 2025 verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/03722
Datum9 december 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 3 oktober 2024, nummer 23-002581-21, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft de advocaat J. Kuijper bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsvrouw van de verdachte heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
9 december 2025.