ECLI:NL:HR:2025:1706

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 december 2025
Publicatiedatum
17 november 2025
Zaaknummer
23/04828
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de Fipronilcrisis en de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 29 november 2023 is gewezen. De zaak betreft de zogenaamde 'Fipronilcrisis' van 2017, waarbij het bestrijdingsmiddel fipronil, schadelijk voor de gezondheid, op de markt is gebracht zonder dat de schadelijkheid aan de afnemers werd medegedeeld. Dit heeft geleid tot de besmetting van miljoenen eieren in Nederland. De verdachte, een rechtspersoon, wordt beschuldigd van het medeplegen van het op de markt brengen van dit middel, alsook van het gebruik en de voorraad van andere verboden biociden. De Hoge Raad behandelt in deze uitspraak de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging van feiten die zich in België hebben afgespeeld, en de vraag of deze feiten daar strafbaar zijn. Daarnaast worden verschillende bewijsklachten besproken, waaronder de termen 'te koop aanbieden', 'verkopen', en 'afleveren' in relatie tot artikel 174 van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof, en verwerpt het beroep. De uitspraak is gedaan door de vice-president en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 9 december 2025.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/04828
Datum9 december 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 29 november 2023, nummer 21-001968-21, in de strafzaak
tegen
[verdachte] V.O.F.,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft de advocaat A.H.J.G. van Voorthuizen bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren T. Kooijmans en F. Damsteegt, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
9 december 2025.