Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
18 november 2025.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beklag ex artikel 5.4.10 jo. 552a van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van een beslag op een horloge dat onder de zoon van de klager is gelegd. Dit beslag vond plaats naar aanleiding van een Europees onderzoeksbevel van Belgische autoriteiten. De klager heeft een klaagschrift ingediend, waarbij de vraag aan de orde is of de rechtbank verzuimd heeft om de klager als belanghebbende een kennisgeving van de beklagmogelijkheid toe te zenden, zoals vereist door artikel 5.4.10.2 van het Wetboek van Strafvordering. Daarnaast wordt de vraag behandeld of de overschrijding van de 14-dagentermijn voor het indienen van het klaagschrift, gezien de mentale en fysieke gevolgen van een auto-ongeluk voor de klager, aan hem kan worden toegerekend. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep.