ECLI:NL:HR:2025:1646

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 november 2025
Publicatiedatum
5 november 2025
Zaaknummer
24/03734
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Artikel 80a RO-zaken
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep in strafzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 november 2025 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de verdachte, geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985. Het beroep was ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat G. Spong, die een schriftuur had ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, die op 3 oktober 2024 was gedaan in de strafzaak met nummer 20-000687-21, beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad kreeg de gelegenheid om een advies uit te brengen over de ontvankelijkheid van het beroep.

Na beoordeling van de ingediende klachten heeft de Hoge Raad geconcludeerd dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Gezien de omstandigheden heeft de Hoge Raad besloten om gebruik te maken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals voorzien in artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Dit leidde tot de beslissing dat het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard, wat betekent dat de Hoge Raad niet verder ingaat op de inhoud van de zaak.

De uitspraak is gedaan door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, samen met de raadsheren T.B. Trotman en R. Kuiper, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting. De waarnemend griffier B.C. Broekhuizen-Meuter was ook aanwezig tijdens deze zitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/03734
Datum4 november 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 3 oktober 2024, nummer 20-000687-21, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft de advocaat G. Spong een schriftuur ingediend.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen. De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren T.B. Trotman en R. Kuiper, in bijzijn van de waarnemend griffier B.C. Broekhuizen-Meuter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
4 november 2025.