ECLI:NL:HR:2025:1582

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 oktober 2025
Publicatiedatum
17 oktober 2025
Zaaknummer
23/04716
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen uitspraak Rechtbank Den Haag inzake belastingzaak belanghebbende tegen B & W Gemeente Zoetermeer

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 oktober 2025 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van belanghebbende, vertegenwoordigd door [A], tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 10 oktober 2023, nr. SGR 22/8244 V. De zaak betreft een verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank van 17 maart 2023. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende over de uitspraak van de Rechtbank beoordeeld, maar heeft geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer23/04716
Datum17 oktober 2025
ARREST
in de zaak van
[X] (hierna: belanghebbende)
tegen
B & W GEMEENTE ZOETERMEER
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 10 oktober 2023, nr. SGR 22/8244 V, op het verzet van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank van 17 maart 2023.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende, vertegenwoordigd door [A], heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank beroep in cassatie ingesteld.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2.Beoordeling van de middelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de Rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer M.W.C. Feteris als voorzitter, en de raadsheren A.E.H. van der Voort Maarschalk en W.A.P. van Roij, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier J.A.J. Lafleur, en in het openbaar uitgesproken op 17 oktober 2025.