ECLI:NL:HR:2025:1580
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen uitspraken over onroerendezaakbelastingen en waardering onroerende zaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 oktober 2025 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X], vertegenwoordigd door R. van der Weide, tegen het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Wijdemeren. Het beroep in cassatie was gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 18 februari 2025, waarin hoger beroepen van belanghebbende tegen eerdere uitspraken van de Rechtbank Midden-Nederland werden behandeld. Deze uitspraken betroffen beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor de jaren 2021 en 2022.
De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het Hof niet kunnen slagen. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen om een advies uit te brengen, maar de Hoge Raad heeft besloten het cassatieberoep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Daarnaast heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De uitspraak is openbaar gedaan en is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, met de waarnemend griffier aanwezig.