2.2.2Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 3 mei 2021 (pg. 3-6), voor zover inhoudende als verklaring van [aangeefster] :
Op dinsdag 24 december 2019 ben ik [verdachte] tegengekomen. Wij hebben op een vriendschappelijke manier contact gehad. Ik merkte dat [verdachte] meer wilde, maar ik had een relatie. [verdachte] wilde graag met mij verder in een relatie. Ik gaf het een kans en was benieuwd of wij bij elkaar konden passen. Uiteindelijk heeft hij (het hof begrijpt (telkens): [verdachte] ) mij begin december verkering gevraagd. Ik heb toen gezegd dat ik dat niet wilde, omdat ik vond dat wij niet bij elkaar pasten. Ik heb aangegeven alleen nog als vrienden contact te willen houden. Dit kon hij echter niet accepteren. Hij bleef mij berichten sturen en bellen. Uiteindelijk heb ik [betrokkene 1] ontmoet. Ik werd verliefd en kreeg begin februari een relatie met hem. Sindsdien word ik gebeld. Mijn telefoonnummer is [telefoonnummer 1] . Naast telefoontjes stuurde hij mij daarop verschillende brieven, enkele kaarten en meerdere sms’jes. Hij weet niet van ophouden.
Hij is ook bij mijn huis langs geweest om brieven te posten. Vervolgens heeft hij naar mijn huistelefoon gebeld, waarna mijn moeder opnam. Hij wilde mij helpen herinneren dat er post voor me was. Ik was op dat moment niet thuis. Op deze brief stond mijn naam, dus het was in één opslag duidelijk dat deze brief voor mij bestemd was, maar toch belde hij op om het te bevestigen, hopend dat ik de telefoon op nam in plaats van mijn moeder. Dit is op 26 maart 2021 geweest.
Ook plaatst [verdachte] (het hof begrijpt telkens: [verdachte] ) ‘posts’ op zijn verhaallijn die betrekking hebben op mij. Op deze berichten op Facebook en Instagram word ik met naam en toenaam genoemd. Hier heb ik enorm veel verdriet van, omdat ik hier geen controle over heb. Daarnaast voel ik me heel erg aangekeken. Ik durf niet meer in het dorp op het terras te gaan zitten. Ook benadert [verdachte] op Instagram (...) mijn vriend [betrokkene 1] (...). Mijn vriend [heeft] ontzettend veel last van [verdachte] , omdat hij niet wil stoppen. Hij blijft maar berichten plaatsen, vriendschapsverzoeken sturen en andere manieren vinden om contact te zoeken met mij en naasten.
Ik heb er zoveel last van, het beheerst mijn hele leven. Ik besef dat ik continu bezig ben met de situatie waarin ik verkeer en [dat ik] angstig ben. Ik kijk altijd om mij heen, voordat ik van huis vertrek. Ik heb al enkele keren bij [verdachte] aangegeven dat ik met rust wil worden gelaten, via Whatsapp en telefonisch. Ik heb [verdachte] geblokkeerd op alle ‘social media’ en via mijn telefoon. Het telefoonnummer van [verdachte] was [telefoonnummer 2] . Nu is zijn nummer [telefoonnummer 3] . Niks lijkt hem te stoppen. Ik ben bang waar dit gaat eindigen. Ik wil dat hij hiervoor vervolgd wordt, zodat dit niet ongestraft zich blijft vervolgen. Het stalken moet stoppen. Ik wil mijn leven weer vervolgen zonder gevoelens van angst, paniek en stress door [verdachte] .
In de bijlage bij de aangifte heb ik zoveel mogelijk bewijs verzameld zodat te zien is wat [verdachte] allemaal stuurt in mijn richting en andere[n].
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
2. Het proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie d.d. 3 mei 2021 (pg. 7-8), voor zover inhoudende als relaas van [verbalisant 1] :
Op maandag 3 mei 2021 heb ik, als hulpofficier van justitie van (het hof begrijpt: de politie-eenheid) Oost-Brabant te [plaats] een mondelinge klacht ontvangen terzake van stalking.
De klacht werd gedaan door:
Achternaam: [aangeefster]
Voornamen: [aangeefster]
Geboren: [geboortedatum] 1995
Geboorteplaats: [geboorteplaats] Nederland
Geslacht: Vrouw
Nationaliteit: Nederlandse
Adres: [a-straat 1]
Postcode plaats: [plaats]
De klaagster verzocht uitdrukkelijk om tot vervolging van de mogelijke dader(s) over te gaan.
3. Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 4 juni 2021 (pg. 9-11), voor zover inhoudende als verklaring van [aangeefster] :
V: Wat kun je vertellen over de brieven die je hebt ontvangen?
Ik kreeg er nog twee op 26 maart (het hof begrijpt: 2021). Dat was een brief en een kaart. Daarvoor belde [verdachte] ook naar mij op en toen sprak mijn moeder met hem.
V: Je hebt ook berichten ontvangen via de Whatsapp?
A: Dat klopt. Ik heb een nummer geblokkeerd van [verdachte] (het hof begrijpt: de verdachte [verdachte] ).
A: Mijn eigen account is [accountnaam 1] (...) bij Instagram.
4. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juni 2021 (pg. 12-14), met bijlagen (pg. 15-112) voor zover inhoudende als relaas van [verbalisant 2] :
Op maandag 3 mei 2021 werd door [aangeefster] aangifte gedaan ter zake van stalking. Door de aangeefster werd bewijs aangeleverd, zijnde schermafdrukken vanaf haar telefoon.
Bijlage 1: betreffende: Schermafdrukken van social media accounts (pagina 23)
(...)
[accountnaam 2]
Berichten
Je hield het tegen mij zelfs nog vol, samen hand in hand,
Nu blijkt, tegelijk ook bij anderen aan de hand..
Zet je mensen zo grof aan de kant?
Toen ineens niet meer bestaan en ‘vergeten’
Niemand anders mag iets weten
Weet de ander van dit spel of niet?
Waarom verberg, ontken en verwijder je veel van ons,
zodat niemand het gelooft, hoort of ziet?
Het maakt niet uit,
Het doet alleen pijn en verdriet.
Ongeloof. Waarom? Is dit de manier?
Ik geloofde niet dat jij dit was/zo kan zijn
Ik geloofde in wat jij mij beloofde..
Totaal niet verwacht na al het goede wat we elkaar
hebben gebracht..
Eén open en eerlijk gesprek is/was genoeg
Is dat teveel, wat ik van je vroeg?
Of durf je de confrontatie niet aan, na wat je hebt
gedaan?
De manier waarop.. die heb je zelf gekozen..
Jammer dat het zo moet, het doet niemand goed
Ik heb niks te verbergen, niks was schijn en ik kom
ervoor uit omdat het, na alles, mij wat doet.
Ik ben in deze altijd open eerlijk en oprecht
En ik denk dat je daar nu tegen- en met jezelf vecht..
Dank [aangeefster] , voor de mooie tijd! Ik werd er foxwild van
@ [accountnaam 1]
Bijlage 2: betreffende vriendschap verzoeken (pagina 27)
(...)
[accountnaam 2]
Instagram
(...)
15 april (...)
[betrokkene 1] kerel,
Hoe is het?
Haha wellicht een rare en directe
vraag voor mijn beeldvorming. Maar
ik vraag dat liever gewoon bij de
bron. Hoelang ga je al met [aangeefster] ?
17 april (...)
Wellicht gevoelige vraag en wellicht
iets van meegekregen mja kijk maar
altijd goed
Berichtverzoek van [accountnaam 2] accepteren?
(...)
Bijlage 8.2: betreffende brieven en kaarten (pagina’s 84-90)
De brief zit in een enveloppe welke is geadresseerd [aangeefster] en op de andere zijde staat [b-straat 1] . Ik zie dat op de brief aan de linkerzijde bovenaan “ [plaats] , maart 2021” staat geschreven. Ik zie dat het handschrift ogenschijnlijk overeenkomt met het handschrift van de hierboven omschreven kaart. De brief omvat drie A4-tjes. Een passage uit de brief betreft:
“De wijze waarop je nu met me omgaat begrijp ik echt niet. Al helemaal niet als ik je dat dat ik enorm gekwetst ben. Zo gaan volwassenen toch niet met elkaar om? Dit negeren, ontlopen, blokkeren elkaar toch niet? Ik ben absoluut niet perfect, maar deze manier is echt niet correct."”
Ik zie dat de brief is ondertekend met de woorden “Groetjes, [verdachte] ”.
Bijlage 8.3: kaart
De kaart is geadresseerd [aangeefster] en ondertekend met Groetjes, [verdachte] . De kaart hoort bij de brief en dat maak ik op uit de tekst die erbij is geschreven “Vandaar bijgevoegde brief”.
Bijlage 6: betreffende whatsappberichten (pagina’s 61-63)
De aangeefster verklaarde dat ze meerdere Whatsapp berichten had ontvangen van [verdachte] . Ik zie dat de berichten worden verzonden vanaf het [telefoonnummer 3] .
[27-03-2021 18:36:42] [telefoonnummer 3] : joe joe,
Hierbij mijn nieuwe nummer.
Hoop dat het oke met je gaat. Heb wat in de bus gedaan bij je thuis.
Groetjes,
[verdachte]
[27-03-2021 19:29:24] [telefoonnummer 3] : Jullie mam weet ervan want ik wist niet of ik je naam erop had gezet.
[02-04-2021 07:48:37] [telefoonnummer 3] : Joee goedemorgen, ik ga en wil je verder niet lastigvallen ofzo maar vroeg me alleen even af of je mijn brief hebt ontvangen...
Deze heb ik met zorg samengesteld en het zou fijn zijn als je iets laat weten.
Het is verder ook aan jou wat je er mee wil doen/wil op reageren.
[05-04-2021 00:48:57] [telefoonnummer 3] : Als je zin hebt in een after of paaswandeling morgen let me know
[08-04-2021 19:35:32] [telefoonnummer 3] : [aangeefster] ,
Bericht op insta heb ik al aangepast.
Hoe dan ook, hoeveel we ook verschillen of elkaar niet begrijpen praten is en blijft het beste. Dat kunnen we beiden denk ik niet ontkennen. Ik merk ook dat je in de negatieve dingen blijft hangen en vind het jammer dat je me van alles noemt en selchte dingen ziet terwijl je er niet eerst naar vraagt.
Ik hoop dat je nu beetje begrijpt dat ik alles uit liefde heb gedaan. En dat meen ik oprecht. Het is erg jammer dat je zegt dat de brief je niks doet. Dat gaat oa nl over mijn gevoelens voor jou. Het enige wat ik gezegd heb tegen anderen is dat we altijd van elkaar hielden/leuk vonden (dat hadden we tegen elkaar uitgesproken) en dat we leuke dingen aan het doen waren en dat ik er enorm kapot van was dat het zo abrupt eindigt. Daarom en omdat ik om je geef heb ik die brief gestuurd. Niks meer niks anders. Had je dat niet zelf enigsinds niet kunnen verwachten als je zelf ineens alles afkapt verwijderd etc zonder gesprek, dat de ander vragen kan hebben....? Enkele van die vragen zijn oa..heb je ooit wel gevoelens gehad voor mij en heb je van mij gehouden zoals je had gezegd? Waren we 'zomaar’ over de toekomst/onze moeders/ons/evt. huis aan het praten en al die intieme leuke dingen aan het doen? Enfin het eea staat ook in de brief.
Zoals in de brief wil ik je wel nogmaals vragen om derhalve er een keer open over te praten. Dat hoeft niet nu of morgen maar wanneer het jou schikt.
Dat is het enige wat ik vraag. En het zou fijn zijn als je iig even aangeeft of je dat aub een keer zou willen doen?
Ik wil ook je rust respecteren maar zonder tegenbericht van jou, zal ik eind april eens opnieuw berichten.
[08-04-2021 20:44:41] [aangeefster] : [verdachte] ik wil geen contact. Ik wil dat jij me met rust laat. Ik heb je net aan de telefoon verteld dat ik niks van je wil en de reden is dat ik ons niet bij elkaar vind passen. Deze reden heb ik je wel al tien keer verteld. Ik heb jou al meerdere keren uitgelegd waarom ik dat vind. Voor mij valt er niks meer uit te leggen en wil ik echt dat je stopt met me lastig vallen. Ik wil niet meer praten. Hopelijk heb je respect voor mij en kun je dit tonen. Ik hoop dat je het los kan laten.
[10-04-2021 19:50:20] [telefoonnummer 3] : [aangeefster] ,
Jij vraagt respect aan mij? Na alles wat je hebt gezegd en gedaan de laatste tijd tegen mij? Heb je jezelf horen praten aan de telefoon? Moet dat zo op die toon en waarom? En wat is nou het probleem om dat face to face persoonlijk te zeggen? Vind je dan niet dat je eerst zelf ook respect moet geven? Als je zegt van mij gehouden te hebben al helemaal. Notabene je eigen woorden aan de tel maar waarom doe je dat dan niet...
Ik wil heel graag dat jij dan stopt met mij veroordelen voor het eea zonder dingen te vragen/verhelderen bij mij. Je gelooft slechts roddels of dingen die je hoort. Ook dat je stopt met mij proberen de schuld te geven van jou angst in vertrouwen en alleen zijn. En van mijn open en eerlijkheid.
Er zijn nog genoeg vragen [aangeefster] (oa zie boven), jij beantwoord deze niet, je legt deze niet uit, ontwijkt alles, speelt met mijn gevoelens, doet alsof ik ineens niet besta en hebt tegen me gelogen en enorm gekwetst. Dat je zelfs daar niet op ingaat is ook al erg jammer en pijnlijk. Waarom? Heb jij al eens nagedacht wat dat met iemand kan doen? Heb je wat te verbergen?
En ik weet allang meer dan je denkt. Jij zei tegen mij dat je naast mij destijds ook iemand anders zag/mee bezig was (net zoals je zei dat je al vreemdging met mij destijds), dus dat dubbelspel heb je zelf aangegeven en intitieel nog over gelogen toen ik het direct vroeg en doe je nu weer. Via via hoorde ik al dat je regelmatig vertoeft in [wijk] . 1+1=2. Dus ook daaruit blijkt helaas dat jij degene bent die niet open en eerlijk is geweest. Zo jammer dat ik dat niet van jou hoor.
Je durft nu zelfs mij en andere mensen die ik ken niet onder ogen te komen of ontwijk je (oa onze [naam] in de winkel en in [plaats] )
En als je mij blokkeert, ontloopt, ontkent en ontwijkt heb je dan wat te verbergen? En voor wie? Die andere kerel? Ik kan vast zeggen dat je daar nu heel vaak zit. Toen al en nu alweer meteen. Je patroon waar je het over het had herhaal je nu zelf.
[aangeefster] , je weet heeel goed wat je hebt gedaan tegen mij en dat ik het doorhad en die open en eerlijkheid komt jou nu slecht uit, vanwege je ’ander belang'.
Je houdt niet alleen mij maar ook die ander voor de gek. Weet hij überhaupt van ons? Of is het daarom dat je zo reageert?
Daarom betreur ik het ten zeerste dat je hier zo mee omgaat en al helemaal dat je schijnbaar vind dat dit een fatsoenlijke nette manier vindt om uit elkaar te gaan.
[aangeefster] , ik wilde niet geloven dat jij zoiets kunt doen/zeggen na alles. Ik wilde niet geloven dat jij dit bent. Vandaar ook zoveel vragen. Maar als dit jij wel bent, je ware gezicht is, dan heb ik me helaas enorm vergist. Sorry.
Ik zal het hierbij laten, maar als je het nog eens wilt heroverwegen om erover te praten hoor ik het graag.
[10-04-2021 20:32:03] [telefoonnummer 3] : U hebt dit contact geblokkeerd.
5. Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 9 juni 2021 (pg. 99-103), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [getuige] :
Het begon eigenlijk vanaf het moment dat [aangeefster] zei dat ze geen verkering met hem (het hof begrijpt telkens: de verdachte [verdachte] ) wilde. Daarna werden er allemaal berichten gestuurd en ook post. Het heftigste vond ik toen [aangeefster] een andere jongen had leren kennen en toen kwam de social media erbij. Ik hoorde later van [aangeefster] dat zij duidelijk tegen hem had gezegd dat ze geen relatie met hem wilde. Ik hoorde van [aangeefster] dat hij zei dat dit het lot was en dat ze bij elkaar hoorden. Ik las het ook op een kaart die naar ons was gestuurd. Ik las het ook in een brief die hij bij ons in de brievenbus heeft gedaan. Hij belde daar later ook over op. Ik kwam thuis van het werk en ik hoorde dat mijn huistelefoon ging. Ik hoorde dat het [verdachte] was en dat hij aangaf dat er een brief in de bus was gedaan en dat deze voor [aangeefster] bedoeld was. Ik hoorde dat hij zei dat hij niet meer wist of hij de naam van [aangeefster] er op had gezet. Ik ging kijken in de brievenbus en ik zag dat er een kaart en een brief in de brievenbus lag. Ik zag dat op beide de naam van [aangeefster] stond. Ik kreeg de indruk dat hij mij had gebeld om er zeker van te zijn dat ik het zou lezen. Ik merk aan mijn dochter dat ze heel onrustig is. Zij durft niet naar een terras te gaan of zich vrij te bewegen zoals altijd. Wij sluiten de poort en [aangeefster] sluit haar auto als ze weg gaat met de auto. [aangeefster] is altijd op haar hoede en is bang dat [verdachte] ergens in de buurt is als ze weg gaat.
6. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 28 september 2016 (pg. 113-115), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [betrokkene 1] :
V: Waar ken jij [aangeefster] van?
A: [aangeefster] is mijn vriendin.
V: Wanneer kregen jullie een relatie?
A: Wij kregen een officiële relatie rond december of januari, volgens mij januari (het hof begrijpt: 2021).
V: Wanneer hoorde jij dat er wat speelde tussen [verdachte] en [aangeefster] ?
A: Ik merkte een maand nadat wij een relatie hadden dat [aangeefster] overstuur was. Zij vertelde mij dat zij nog steeds appjes kreeg van [verdachte] . [verdachte] zocht ook contact met mij op. [aangeefster] wil nog steeds dat alle deuren op slot gedaan worden. Zij kijkt steeds over haar schouder, bang dat hij haar volgt.
7. Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 1 september 2021 (pg. 129-139), voor zover inhoudende als verklaring van [verdachte] :
V: Op welk adres woont en verblijft u?
A: Op [b-straat 1] te [plaats] .
V: Van welke social media maakt u gebruikt?
A: Instagram en Whatsapp, dat is eigenlijk wel het voornaamste.
V: Wat is de accountnaam van uw Instagram account?
A: [accountnaam 2] .
V: Door [aangeefster] en haar moeder wordt verklaard dat je een brief in de brievenbus hebt gedaan bij hun woning. Wat kun je daarover verklaren?
A: Zou goed kunnen, want ik heb haar een brief gestuurd.
V: Wanneer was dat?
V: Op de brief staat maart 2021 geschreven. Klopt dat, was het in maart?
A: Dat kan.
V: Er zijn nog meer poststukken bezorgd en het handschrift op deze post komt overeen met jouw handschrift. Hoe kun je dat verklaren?
A: Ik heb een keer een kaartje gestuurd (...).
V: Heb je toen nog op een andere manier geprobeerd contact met [aangeefster] te krijgen?
A: Misschien telefonisch.
V: [aangeefster] verklaarde dat je haar ook meerdere malen hebt gebeld. Klopt dat?
A: We hebben diverse keren wederzijds contact gehad ja.
V: Vanaf welk telefoonnummers belde je haar?
A: Met mijn eigen telefoonnummer. Dat is het telefoonnummer wat bij jullie bekend is en mijn vorige telefoonnummer. Dat weet ik niet meer welke dat geweest is.
V: En hoe zocht je nog meer contact?
A: Via de Whatsapp. Daarmee hebben wij normaal altijd contact gehad.
V: Klopt het dat [aangeefster] je blokkeerde op de Whatsapp?
A: Ja.”
2.2.3Het hof heeft over de bewezenverklaring verder overwogen:
“I.
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
II.
De raadsman van de verdachte heeft vrijspraak bepleit, met dien verstande dat de verdediging de door de rechtbank bewezenverklaarde handelingen van de verdachte in de periode van 26 maart 2021 tot en met 19 april 2021 (in de kern) niet heeft betwist, doch ten aanzien daarvan heeft betoogd dat die handelingen een wederrechtelijk karakter ontberen, zodat het bewijs tekortschiet dat de verdachte wederrechtelijk en stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster. Ter nadere adstructie van dit verweer heeft de raadsman aangevoerd dat de door de verdachte verrichte handelingen bedoeld waren om een antwoord te verkrijgen op de vragen van de verdachte omtrent de redenen van het – in de ogen van de verdachte plotseling en onverklaarbaar – verbreken van de relatie door aangeefster, hetgeen in de visie van de verdediging niet onbegrijpelijk is wanneer sprake is geweest van een affectieve relatie.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Voor belaging in de tenlastegelegde periode van 14 februari 2021 tot en met 25 maart 2021 en in de periode van 20 april 2021 tot en met 4 mei 2021, acht het hof onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig, zodat de verdachte ter zake daarvan partieel zal worden vrijgesproken. Naar het oordeel van het hof kan met betrekking tot de periode van 14 februari 2021 tot en met 25 maart 2021 op grond van het dossier niet met een voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid worden vastgesteld dat aangeefster geen contact wenste met de verdachte, zodat bijgevolg het wederrechtelijk karakter van de handelingen van de verdachte niet kan worden vastgesteld. Voorts heeft het hof in dat verband in aanmerking genomen dat onvoldoende uit het procesdossier is gebleken op welke data de in de tenlastelegging vermelde gedragingen betrekking hebben, waarbij voorts het bewijs tekortschiet om alle in de tenlastelegging vermelde gedragingen (waaronder de anonieme telefoontjes of telefoonnummers) aan de verdachte toe te schrijven.
Gelijk de rechtbank heeft overwogen en geoordeeld, stelt het hof op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen vast, dat de verdachte in de periode van 26 maart 2021 tot en met 19 april 2021 – direct dan wel indirect – contact heeft gezocht, gehad en onderhouden met [aangeefster] , middels navolgende handelingen:
- het meermalen verzenden van Whatsappberichten naar aangeefster op 27 maart 2021 en 2, 5, 8 en 10 april 2021;
- het op 26 april 2021 verzenden en/of afleveren van een brief en een kaart aan het woonadres van aangeefster en het bellen naar (het huisadres van) aangeefster, teneinde te verifiëren of de door de verdachte afgegeven kaart is ontvangen;
- het op 15 en 17 april 2021 de (toenmalige) vriend van aangeefster, [betrokkene 1] te benaderen en berichten te sturen over aangeefster via zijn account op Instagram, en
- op 19 april een bericht op zijn Instagramaccount te plaatsen waarin hij aangeefster vermeldt en informatie over zijn (relatie met) die [aangeefster] deelt.
Het hof ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of de verdachte met voormelde gedragingen wederrechtelijk stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [aangeefster] en zich mitsdien schuldig heeft gemaakt aan de belaging van die [aangeefster] .
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Ter beoordeling van de vraag of sprake is van belaging als bedoeld in artikel 285b, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, stelt het hof voorop dat betekenis toekomt aan verschillende factoren, waaronder: de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer. Deze in aanmerking te nemen beoordelingsfactoren zijn daarbij in zekere mate communicerende vaten. Het gaat in dat verband niet zozeer om een weging van elke factor op zichzelf, maar om de waardering van het gehele handelen van de verdachte en de vraag of dat handelen in zijn totaliteit bezien voldoet aan de eisen die aan belaging in art. 285b, eerste lid, Wetboek van Strafrecht worden gesteld. In dat verband geldt bijvoorbeeld dat een eventuele korte duur en een geringe frequentie van de gedragingen van verdachte kunnen worden gecompenseerd door de andere criteria, zoals de indringendheid en de aard van de gedragingen en de invloed van die gedragingen op het persoonlijke leven van de getroffene.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting blijkt dat de verdachte in de periode van 26 maart 2021 tot en met 19 april 2021, op indringende en intensieve wijze contact heeft gezocht met aangeefster. Daartoe zijn door de verdachte meerdere Whatsappberichten aan aangeefster verstuurd, alsmede een brief en een kaart naar haar woonadres gestuurd en afgeleverd. Tevens heeft de verdachte naar (het woonadres van) aangeefster gebeld en naar haar geïnformeerd, alsmede een bericht betreffende aangeefster (en hun vermeende relatie) op zijn sociale media account geplaatst. Ten slotte heeft de verdachte meermalen via zijn sociale media account contact opgenomen met de toenmalig vriend van aangeefster.
De inhoud van de door verdachte aan aangeefster geschreven brief, die zij op 26 maart 2021 heeft ontvangen, voert het hof tot de conclusie dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte – in ieder geval – met ingang van 26 maart 2021 moet hebben geweten dat aangeefster niet gediend was van zijn toenaderingen en dat zij op geen enkele wijze contact met hem wenste. Immers heeft verdachte in deze brief geschreven: “zo gaan volwassenen toch niet met elkaar om? Dit negeren, ontlopen, blokkeren elkaar toch niet?”. Met deze passage acht het hof het wederrechtelijk karakter van de handelingen van de verdachte per 26 maart 2021, en bijgevolg de daaropvolgende data tot en met 19 april 2021, gegeven.
Niettegenstaande dat de bewezenverklaarde handelingen van de verdachte zijn gepleegd in een betrekkelijk korte periode van 4 weken, is het hof – gelet het vorenstaande en zulks bezien in het licht van de hiervoor bedoelde vooropstelling – van oordeel dat sprake is van een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster. Hiertoe heeft het hof in het bijzonder de stelselmatigheid, de (persoonlijke) aard van de inhoud en de verscheidenheid van de handelingen van de verdachte – in hun totaliteit en samenhang beschouwd – in aanmerking genomen. Aangeefster heeft meermalen, ook na 26 maart 2021, aan de verdachte te kennen gegeven en duidelijk gemaakt dat zij niet gediend was van zijn toenaderingen. Zij heeft hiervan aangifte en klacht gedaan. De verdachte heeft aangeefster meerdere Whatsappberichten verstuurd, alsmede een brief en kaart op haar woonadres bezorgd en afgegeven en aldus in haar privé-omgeving gebracht. Voorts is ook de (toenmalig) partner van aangeefster door de verdachte benaderd. Aangeefster heeft zich aan dit alles niet kunnen onttrekken en heeft deze inbreuk op haar levenssfeer moeten dulden.
Het hof heeft ten slotte gelet op de invloed van het handelen van verdachte op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van aangeefster, in die zin dat zij heeft aangegeven dat zij gedurende de tenlastegelegde periode en – gelet op de schriftelijke onderbouwing van haar vordering tot schadevergoeding, alsmede de mondelinge toelichting daarop van haar advocaat ter terechtzitting – op dit moment nog steeds bang is voor verdachte en zich niet veilig voelt, waarbij het handelen van de verdachte een enorme impact heeft (gehad) op het leven en psychisch welbevinden van aangeefster.
Het verweer van de verdediging, inhoudende dat de verdachte niet het oogmerk had om aangeefster te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden of haar vrees aan te jagen, omdat hij als gewezen partner het recht heeft om te weten wat de reden is voor de verbreking van de affectieve relatie door de ander, wordt door het hof verworpen. Het hof leidt verdachtes oogmerk af uit het samenstel van de inhoud van de Whatsapp-berichten, alsmede de overige uitingen en handelingen van de verdachte, welke er onmiskenbaar op waren gericht aangeefster er toe te bewegen met hem, verdachte, het gesprek aan te gaan over de verbreking c.q. het herstellen van de – in de ogen van de verdachte tussen hen bestaande – relatie en verdachtes pogingen daartoe te dulden.
Het hof merkt aanvullend nog op dat in het geheel niet aannemelijk is geworden dat aangeefster spullen van de verdachte in haar bezit had, zoals nog ten verwere is aangevoerd, nu in het strafdossier noch het verhandelde ter terechtzitting daar ook maar een begin van een aanknopingspunt voor is te vinden.
Mitsdien verwerpt het hof de verweren van de verdediging in al hun onderdelen.
Resumerend acht het hof, op grond van het vorenoverwogene en de gebezigde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de belaging van [aangeefster] op de wijze zoals in de bewezenverklaring is vermeld.”