ECLI:NL:HR:2025:1485

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 oktober 2025
Publicatiedatum
3 oktober 2025
Zaaknummer
24/02820
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Artikel 80a RO-zaken
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen naheffingsaanslag belasting personenauto’s en motorrijwielen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 oktober 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 18 juni 2024. De belanghebbende, vertegenwoordigd door S.M. Bothof, had beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Financiën, vertegenwoordigd door [P]. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen, alsook een beschikking inzake belastingrente. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat het beroep duidelijk niet kan slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, gebruikmakend van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en is genomen door de vice-president en twee raadsheren, met de waarnemend griffier aanwezig.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer24/02820
Datum3 oktober 2025
ARREST
in de zaak van
[X] (hierna: belanghebbende),
vertegenwoordigd door S.M. Bothof,
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,
vertegenwoordigd door [P] ,
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 18 juni 2024, nr. BK-ARN 22/1867 [1] , op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 20/6740) betreffende een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen en de daarbij gegeven beschikking inzake belastingrente.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.E. van Hilten als voorzitter, en de raadsheren E.N. Punt en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 3 oktober 2025.