ECLI:NL:HR:2025:1440

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 september 2025
Publicatiedatum
28 september 2025
Zaaknummer
24/01581
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en terugwijzing van een arrest inzake medeplegen lokaalvredebreuk tijdens demonstratie

Op 30 september 2025 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 24/01581. De zaak betreft de verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van lokaalvredebreuk in de hal van het ministerie van Economische Zaken tijdens een demonstratie, zoals omschreven in artikel 139.1 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte heeft verweer gevoerd dat de strafvervolging onverenigbaar zou zijn met de artikelen 10 en 11 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. De advocaat W.H. Jebbink heeft namens de verdachte een cassatiemiddel ingediend, dat schriftelijk is toegelicht. De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft echter geoordeeld dat het cassatiemiddel slaagt, met verwijzing naar de redenen die zijn vermeld in een eerder arrest (ECLI:NL:HR:2025:1313). De Hoge Raad heeft de uitspraak van het gerechtshof Den Haag vernietigd en de zaak teruggeworpen naar het hof voor herbehandeling. Deze uitspraak is gedaan in samenhang met andere zaken met nummers 24/01578, 24/01579, 24/01580, 24/01582, 24/01583, 24/01584 en 24/01632.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/01581
Datum30 september 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 10 april 2024, nummer 22-002995-22, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft de advocaat W.H. Jebbink bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. Het cassatiemiddel is schriftelijk toegelicht.
De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman van de verdachte heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt onder meer over de verwerping van het verweer dat de verdachte moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging vanwege onverenigbaarheid van de strafvervolging met artikel 10 en 11 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
2.2
Voor zover het cassatiemiddel daarover klaagt, slaagt het. De redenen daarvoor staan vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak 24/01580, ECLI:NL:HR:2025:1313.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Den Haag, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien, M. Kuijer, F. Posthumus en R. Kuiper, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
30 september 2025.