Uitspraak
1.Procesverloop
Junzheng c.s. hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De advocaat van Windward c.s. heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
26 september 2025.
Hoge Raad
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, zijn Windward Holding B.V. en andere eisers tot cassatie (hierna: Windward c.s.) in conflict met Junzheng c.s., bestaande uit JZ Logistics Holding (Overseas) Co., Ltd. en andere verweerders in cassatie. De zaak betreft een joint venture-geschil waarin verschillende juridische aspecten van het ondernemingsrecht en vermogensrecht aan de orde komen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken van de rechtbank Rotterdam en het gerechtshof Amsterdam, waar de feiten zijn vastgesteld en eerdere beslissingen zijn genomen. De eisers hebben beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het hof van 5 maart 2024, waarin zij klachten hebben geuit over de toepassing van artikel 3:44 lid 4 BW, de toetsing van de schorsing van een uitvoerend bestuurder aan de redelijkheid en billijkheid (artikel 2:8 BW), en de beoordeling van een uittreedvordering (artikel 2:343 BW). De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en Windward c.s. veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 10.406,--, vermeerderd met wettelijke rente indien niet binnen veertien dagen na de uitspraak is voldaan.