Uitspraak
1.Ambtshalve verbetering van een verschrijving
3BW en art. 1:452 lid 4 BW (…)” terwijl dit moet zijn “De wettelijke voorkeursregeling van art. 1:435 lid
4BW en art. 1:452 lid 4 BW (…)”.
2.Beslissing
24 januari 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 januari 2025 een herstelbeschikking gedaan met betrekking tot een eerdere beschikking van 20 december 2024 (ECLI:NL:HR:2024:1892). De Hoge Raad constateerde dat er een kennelijke verschrijving was in de eerdere beschikking, specifiek in rechtsoverweging 3.5, waar een foutieve verwijzing naar artikel 1:435 lid 3 BW stond. De advocaat van de verzoekers heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de ambtshalve verbetering van deze verschrijving op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De Hoge Raad heeft besloten de eerdere beschikking te verbeteren door de foutieve verwijzing te corrigeren naar artikel 1:435 lid 4 BW. Deze verbetering is op de minuut van de eerdere beschikking gesteld, waarmee de Hoge Raad de juridische juistheid van zijn eerdere uitspraak heeft hersteld. De beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer A.E.B. ter Heide.