ECLI:NL:HR:2025:110

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 januari 2025
Publicatiedatum
23 januari 2025
Zaaknummer
24/00490
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelbeschikking inzake ambtshalve verbetering van een verschrijving in een eerdere beschikking

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 januari 2025 een herstelbeschikking gedaan met betrekking tot een eerdere beschikking van 20 december 2024 (ECLI:NL:HR:2024:1892). De Hoge Raad constateerde dat er een kennelijke verschrijving was in de eerdere beschikking, specifiek in rechtsoverweging 3.5, waar een foutieve verwijzing naar artikel 1:435 lid 3 BW stond. De advocaat van de verzoekers heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de ambtshalve verbetering van deze verschrijving op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De Hoge Raad heeft besloten de eerdere beschikking te verbeteren door de foutieve verwijzing te corrigeren naar artikel 1:435 lid 4 BW. Deze verbetering is op de minuut van de eerdere beschikking gesteld, waarmee de Hoge Raad de juridische juistheid van zijn eerdere uitspraak heeft hersteld. De beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer A.E.B. ter Heide.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer24/00490
Datum24 januari 2025
BESCHIKKING
In de zaak van
1. [verzoeker 1],
wonende te [woonplaats],
2. [verzoekster 2],
wonende te [woonplaats], Verenigd Koninkrijk,
3. [verzoekster 3],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKERS tot cassatie,
hierna: verzoekers,
advocaat: A.C. de Bakker,
tegen
1. STICHTING AMSTELRING GROEP,
gevestigd te Amsterdam,
2. BEAUFIN B.V., h.o.d.n. BEAUFIN BEWINDVOERING, BUDGETBEHEER & MENTORSCHAP,
gevestigd te Amsterdam,
3. [de moeder],
wonende te [woonplaats],
4. [belanghebbende 4],
wonende te [woonplaats],
5. [belanghebbende 5],
wonende te [woonplaats],
6. [belanghebbende 6],
wonende te [woonplaats],
7. [belanghebbende 7],
wonende te [woonplaats],
8. [belanghebbende 8],
wonende te [woonplaats],
BELANGHEBBENDEN in cassatie,
hierna: de belanghebbenden,
niet verschenen.

1.Ambtshalve verbetering van een verschrijving

De Hoge Raad heeft geconstateerd dat zijn beschikking in deze zaak van 20 december 2024 (ECLI:NL:HR:2024:1892) een kennelijke verschrijving bevat. In rov. 3.5 van die beschikking staat “De wettelijke voorkeursregeling van art. 1:435 lid
3BW en art. 1:452 lid 4 BW (…)” terwijl dit moet zijn “De wettelijke voorkeursregeling van art. 1:435 lid
4BW en art. 1:452 lid 4 BW (…)”.
De advocaat van verzoekers heeft desgevraagd laten weten geen bezwaar te hebben tegen ambtshalve verbetering op de voet van art. 31 Rv van deze verschrijving.

2.Beslissing

De Hoge Raad verbetert zijn beschikking van 20 december 2024 aldus dat in rov. 3.5 van die beschikking “art. 1:435 lid 3 BW” wordt vervangen door “art. 1:435 lid 4 BW” en stelt de verbetering op de minuut van die beschikking.
Deze beschikking is gegeven door de president G. de Groot als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, G.C. Makkink en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
24 januari 2025.