ECLI:NL:HR:2024:993
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak over rioolheffingen door de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Limburg
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 juni 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 20 september 2023. De zaak betreft een beroep in cassatie van belanghebbende, vertegenwoordigd door P.F. van der Muur, tegen de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Limburg. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aan hem opgelegde aanslagen in de rioolheffing voor de jaren 2013 en 2014. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld, maar deze konden niet leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad oordeelde dat het niet nodig was om te motiveren waarom de klachten niet gegrond waren, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Uiteindelijk verklaarde de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond.