ECLI:NL:HR:2024:986
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep inzake Participatiewet en schadevergoeding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 juni 2024 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] tegen het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Katwijk. Het beroep in cassatie was gericht tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep van 19 april 2024, waarin verschillende nummers van de uitspraken zijn genoemd. De zaak betreft een besluit op grond van de Participatiewet en een verzoek om schadevergoeding door de belanghebbende.
De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep niet kunnen slagen. De procureurgeneraal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen om advies uit te brengen, maar de Hoge Raad heeft besloten om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Daarnaast heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De uitspraak is gedaan door de vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter, samen met de raadsheren J. Wortel en A.E.H. van der Voort Maarschalk, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.