In deze zaak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag, die op 14 juni 2023 een verzoek om voorlopige voorziening had toegewezen en het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Katwijk om de bijstand van verzoeker in te trekken, had geschorst. Verzoeker ontving sinds 2011 bijstand op grond van de Participatiewet (PW). Het college heeft de bijstand per 8 februari 2023 ingetrokken, omdat verzoeker niet voldeed aan de inlichtingenverplichting. Na een schorsing van het besluit heeft het college op 14 augustus 2023 opnieuw de bijstand ingetrokken, omdat verzoeker niet de gevraagde informatie over zijn financiën en woonsituatie heeft verstrekt. De Raad oordeelt dat het college bevoegd was om de bijstand in te trekken en dat de eerdere schorsing van het besluit niet in de weg staat aan deze intrekking. De verzoeken om een voorlopige voorziening en om schadevergoeding worden afgewezen. De uitspraak van de rechtbank blijft in stand, en verzoeker krijgt geen vergoeding voor proceskosten.