ECLI:NL:HR:2024:873
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen uitspraak Gerechtshof Den Haag inzake belasting van personenauto’s en motorrijwielen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 juni 2024 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 20 juli 2023. Het Gerechtshof had eerder uitspraak gedaan in hoger beroep over de door belanghebbende op aangifte voldane bedragen aan belasting van personenauto’s en motorrijwielen. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat het beroep duidelijk niet kan slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Deze beslissing is genomen door de vice-president M.E. van Hilten, samen met de raadsheren E.N. Punt en M.A. Fierstra, en is openbaar uitgesproken op de zitting.