ECLI:NL:HR:2024:779
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Rechtbank Gelderland inzake belastingzaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 mei 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen de Staatssecretaris van Financiën. De zaak betreft een beroep in cassatie van belanghebbende, vertegenwoordigd door A.J.J. Bakker en A.S. Kuijper, tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland van 6 december 2022. Deze uitspraak was het resultaat van een verzet tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank van 19 augustus 2021. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat deze klachten niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank. De Hoge Raad heeft in dit geval geen verdere motivering gegeven, aangezien de beoordeling van de klachten niet noodzakelijk was voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bepaald in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. Daarnaast heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Het beroep in cassatie is ongegrond verklaard, en het arrest is openbaar uitgesproken op 31 mei 2024.