2.2Deze bewezenverklaring steunt op onder meer de volgende bewijsmiddelen:
“1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 17 oktober 2013, opgenomen op pagina 5915 e.v. van het dossier Palmlori van Politie Dienst Landelijke Operationele Samenwerking i.o. d.d. 6 augustus 2014, inhoudende de bevindingen van Stelselmatige Informatie Inwinner A-3553:
Op woensdag 16 oktober 2013 bevonden A-2101 en ik ons op het parkeerterrein van [a-straat 1] te [plaats] . Aldaar sprak ik de mij bekende [betrokkene 1] aan, die in de opening stond van zijn bedrijfshal.
Ik deelde [betrokkene 1] mede dat wij naar de growshop gingen. Nadat wij de growshop binnen waren gegaan via de geopende roldeur, zag ik door het raam van de kantoorruimte de mij bekende zoon van [verdachte] , [betrokkene 2] genaamd, staan. Direct daarop zag ik dat [verdachte] uit de kantoorruimte gelopen kwam en ons begroette. Hij verzocht ons mee naar binnen te gaan.
[verdachte] verzocht ons plaats te nemen aan de tafel in de ruimte voor de kantoorruimte. Bij [verdachte] , A-2101 en mij, vervoegde zich [betrokkene 2] . Ook hij begroette ons.
Na plaats te hebben genomen aan de tafel, vond er een gesprek plaats tussen ons vieren.
Na een sociaal gesprek vroeg A-2101 aan [verdachte] of hij zaken kon doen, zoals besproken in het gesprek van 17 september 2013. Ik hoorde dat [verdachte] hierop bevestigend antwoordde en vroeg hoeveel A-2101 wilde hebben. Daarop antwoordde A-2101, dat hij 10 kg (het hof begrijpt: 10 kg hennep) wilde hebben. Vervolgens hoorde ik [verdachte] vragen in welke samenstelling A-2101 het wilde hebben, waarop A-2101 antwoordde dat hij 5 om 5 kg wilde hebben, zoals [verdachte] hem geadviseerd had. “Dus 5 kg goede kwaliteit en 5 kg mindere kwaliteit,” hoorde ik [verdachte] zeggen.
Daarop hoorde ik [verdachte] zeggen dat de prijs wel veranderd was. De prijzen lagen nu hoger, zei [verdachte] . Dit kwam volgens zowel [verdachte] als [betrokkene 2] door de Engelsen, die bijna alles gekocht hadden. [verdachte] voegde er nog aan toe dat ook de Fransen veel in Nederland kochten. [betrokkene 2] vertelde dat het goed mogelijk was dat de prijs over enige weken weer zou kunnen dalen, doch zeker weten kon je dat nooit.
Uiteindelijk kwamen [verdachte] en A-2101 een prijs overeen van 5500 euro per kg voor de betere kwaliteit en 4400 euro per kg voor de mindere kwaliteit. Het totaal bedrag dat er voor de 10 kg betaald diende te worden, was 49.500 euro. Hierna verliet [betrokkene 2] de ruimte waarin wij zaten.
Nadat A-2101 had aangegeven dat levering op donderdag voor hem zeer moeilijk zou worden daar hij de koeriers voor vandaag geregeld had en hem dat veel geld gekost had, stelde [verdachte] voor de levering om 19.00 uur te laten plaatsvinden bij [betrokkene 1] . De koeriers van A-2101 konden dan het spul bij [betrokkene 1] ophalen. Hij zou ervoor zorgen dat de 5 kg betere kwaliteit er zou zijn, daar konden wij op rekenen. Daar het A-2101 en mij niet direct duidelijk was, waar [verdachte] op het moment van de levering zou zijn, vertelde [verdachte] ter verduidelijking dat hij zelf ook bij [betrokkene 1] zou zijn.
Daarop stelde [verdachte] voor dat hij dan om 19.00 uur in de growshop zou zijn en A-2101 en ik daar naartoe zouden komen. De koeriers konden dan bij [betrokkene 1] de kwaliteit zien van het spul en indien deze in orde was, kon A-2101 [verdachte] betalen.
Nadat [verdachte] en A-2101 zich beide konden vinden in dit plan, hoorde ik [verdachte] zeggen dat hij mensen zou gaan bellen om het spul te brengen, daar hij het niet zelf zou gaan halen.
Omstreeks 19.00 uur, begaven A-2101 en ik, ons wederom naar de growshop gevestigd aan de [a-straat 1] te [plaats] . Na aangeklopt te hebben bij de gesloten deur van de ruimte voor de kantoorruimte, opende [verdachte] deze deur, nam ons mee naar de kantoorruimte en verzocht ons daar plaats te nemen.
Nadat A-2101 aan [verdachte] gevraagd had of het spul er was en [verdachte] bevestigend antwoordde, belde A-2101 met A-2120 en deelde hem mede dat hij naar [betrokkene 1] kon gaan.
Na enige tijd ontving A-2101 een telefoontje dat de kwaliteit van de hennep goed was. Daarop zei A-2101 tegen [verdachte] dat alles in orde was en vroeg aan [verdachte] of hij mee naar buiten ging om het geld te overhandigen. Ik zag echter dat [verdachte] zeer gedecideerd zei dat het geld in de kantoorruimte overhandigd diende te worden.
A-2101 is daarop naar buiten gelopen om het geld te gaan halen. Na terugkomst overhandigde A-2101 de envelop met geld aan [verdachte] . [verdachte] gaf het geld aan [betrokkene 2] om het te tellen. Ik zag dat [betrokkene 2] naar een geldtelmachine liep, welke op een lage kast bij de toegangsdeur van de kantoorruimte stond. Daar het [betrokkene 2] niet lukte het geld te tellen, volgens zijn zeggen waren de biljetten van 200 euro te groot, zag ik dat [verdachte] opstond en [betrokkene 2] assisteerde. Voor [verdachte] was het geen probleem en het geld was in zeer korte tijd geteld. Het bedrag was 49.500 euro, zoals afgesproken. Daarop zag ik dat [verdachte] zijn telefoon pakte, naar iemand belde en iets vermoedelijk in het Turks zei.
Ik hoorde [verdachte] daarop zeggen dat het voor de volgende keren, beter was als ik een sms-bericht zou sturen. “Stuur een sms wanneer je komt,” hoorde ik [verdachte] zeggen. “Kom overdag en niet ‘s avonds want dan is het hier rustiger en heeft de politie het eerder door,” voegde [verdachte] eraan toe.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 16 oktober 2013, opgenomen op pagina 5929 e.v. van voornoemd dossier Palmlori, inhoudende de bevindingen van Stelselmatige Informatie Inwinner A-2121:
Op 16 oktober 2013 omstreeks 19:00 uur kreeg A-2120 een telefoontje dat we moesten komen. We reden toen naar het object [a-straat 1] in [plaats] .
We stapten uit en bij de voorste loods ging rechts een zijdeur open, in de deuropening verscheen een mannelijke persoon die ons wenkte.
Opmerking: het betrof hier de heer [betrokkene 1] , geb. [geboortedatum] 1943 in [geboorteplaats] , die mij later op een foto werd getoond.
We begroetten elkaar met een simpel “Hallo” en liepen samen de loods in. In de buurt van de roldeur stond nog iemand die we ook met een kort “Hallo” begroetten, maar deze bemoeide zich in eerste instantie niet met het gebeuren.
Opmerking: aan de hand van de mij na de inzet voorgelegde foto’s betrof het hier [betrokkene 3] , geb. [geboortedatum] 1991 in [plaats] .
[betrokkene 1] liep toen, gezien vanaf onze positie, naar achter de camper (links van de camper) en haalde een flinke sporttas tevoorschijn die kennelijk tussen camper en wand op de grond had gestaan en zette die in de loods vlak bij de roldeur op de grond.
We liepen naar de tas en keken erin. Er waren plastic zakken met schermbloemige planten te zien. A-2120 greep in de tas en controleerde of zulke zakken ook tot op de bodem van de tas zaten. Hij stelde daarbij vast dat ook pakketjes in aluminiumzakken in de tas zaten. A-2120 vroeg daarop [betrokkene 1] of het hier twee verschillende kwaliteiten betrof.
[betrokkene 1] keek daarop naar [betrokkene 3] . Daarop vroeg A-2120 nogmaals aan [betrokkene 3] of het hier twee verschillende kwaliteiten betrof, wat deze vervolgens mondeling in gebroken Engels bevestigde.
A-2120 belde daarop A-2101 en deelde hem mee dat de waar was aangekomen.
[betrokkene 1] vond in het verdere verloop het inladen van de tas in de personenwagen buiten de garage een slecht idee en hij stelde voor dat ik met de personenwagen achteruit de roldeur(opening) binnenreed. Daarop deed hij de deur open, en ik reed achteruit half de garage in.
Even later zag ik door de geopende roldeur dat A-2101 langs de loods in de richting van zijn personenwagen liep.
Enkele minuten later kreeg [betrokkene 3] een telefoontje en hij gaf vervolgens de tas voor A-2120 vrij. Wij stopten de tas daarna in de kofferbak van de personenauto en reden omstreeks 19:20 uur weer weg.
De tas met de marihuana overhandigden we later aan de begeleiders van de politionele informatie-inwinner.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 januari 2014, opgenomen op pagina 1080 e.v. van voornoemd dossier Palmlori, inhoudende de bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] :
De door de opsporingsambtenaar werken onder dekmantel gekochte 10 kilo wiet is overgedragen aan het onderzoeksteam. De 10 kilo wiet is inbeslaggenomen en ter onderzoek aangeboden aan de Unit Forensische Opsporing van de Politie Noord-Nederland, welke de goederen heeft bemonsterd en heeft ingestuurd naar het NFI.
(...)
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 11 december 2013, opgenomen op pagina 5991 e.v. van voornoemd dossier Palmlori, inhoudende de bevindingen van Stelselmatige Informatie Inwinner A-3553:
Op dinsdag 10 december 2013 bevond ik mij tezamen met A-2101 in de growshop, gevestigd aan de [a-straat 1] te [plaats] . Na onze binnenkomst werden wij begroet door de mij reeds bekende [betrokkene 2] (het hof begrijpt: zoon van verdachte). Direct daarop zag ik dat [verdachte] op ons afgelopen kwam. Ik hoorde dat [verdachte] zei dat wij alvast naar de woning van [betrokkene 1] moesten gaan en dat hij er ook aan kwam.
Hierop zijn A-2101 en ik naar de woning van [betrokkene 1] gelopen. [betrokkene 1] nodigde ons uit binnen te komen en plaats te nemen in het zitgedeelte van de woonkamer. Enkele minuten later voegde [verdachte] zich bij ons en vond er een gesprek tussen ons vieren plaats.
Vervolgens kwam het gesprek terecht op een volgende afname van wiet door A-2101. [verdachte] vertelde dat hij elke hoeveelheid leveren kon, welke A-2101 wilde afnemen. A-2101 moest maar zeggen hoeveel en met welke frequentie hij wilde afnemen. Indien er echter een grotere hoeveelheid afgenomen zou worden, diende [verdachte] dit minimaal 4 dagen van te voren te weten. Ook wilde [verdachte] bij een maandelijkse afname weten in welk deel van de maand dit zou gebeuren, daar hij ook rekening diende te houden met andere reeds bestaande afnemers. Dit had er volgens [verdachte] mee te maken dat hij niet altijd grotere hoeveelheden bij de growshop op voorraad had en hij dit dan eerst van andere plaatsen vandaan diende te halen.
[verdachte] herhaalde nogmaals dat A-2101 maar moest zeggen hoeveel hij af wilde nemen, waarop A-2101 aan [verdachte] vroeg of het eerdere door [verdachte] gedane aanbod van maandelijkse afname van 50 kilogram wiet nog gold. Ik hoorde dat [verdachte] antwoordde dat dit geen probleem was. Tevens hoorde ik dat [betrokkene 1] dit bevestigde.
[verdachte] vervolgde dat ook een maandelijkse afname van 100 kilogram wiet mogelijk was, doch dit diende dan in twee etappes van elk 50 kilogram te geschieden.
[verdachte] vervolgde dat bij een maandelijkse afname van 50 kilogram wiet, er vooraf een borg betaald diende te worden van 20.000 euro. Dit bedrag kon bij [betrokkene 1] afgegeven worden.
Opvallend was dat ik hoorde en zag dat [betrokkene 1] zich enkele malen in de onderhandelingen tussen [verdachte] en A-2101 mengde en wel in die zin dat hij [verdachte] “stuurde”. Ik hoorde hem namelijk zeggen dat hij begreep dat A-2101 vooraf geen borg zou betalen zonder daar iets voor terug te krijgen en dat vertrouwen van twee zijden diende te komen.
Met betrekking tot de vorige afname van wiet door A-2101, vertelde [verdachte] nog dat het bij elkaar krijgen van de 10 kilogram wiet slechts een kwestie was geweest van het plegen van enkele telefoontjes.
[betrokkene 1] , A-2101 en ik zijn vervolgens naar het Italiaanse restaurant [B] in [plaats] gegaan en hebben daar gedineerd. Tijdens dit diner vertelde [betrokkene 1] dat hij maandelijks 4 keer voor [verdachte] geld ging ophalen in Duitsland. Hierbij hoorde ook Hamburg, alwaar hij 100.000 euro ophaalde. Voor elke koeriersrit ontving hij 300 tot 400 euro. Meestal was er vooraf reeds wiet geleverd door [verdachte] , zo vertelde [betrokkene 1] .
[betrokkene 1] vertelde dat de levering van grotere hoeveelheden wiet niet vanuit de growshop geschiedde. Dit was te link. Ik hoorde hem zeggen dat de politie alles meekeek via Google Earth en dat er daarom gekozen was om de levering elders te doen. Vaak ook buiten [plaats] , zo zei hij.
[betrokkene 1] vertelde ook dat het geld dat er verdiend werd in de growshop, vooral verdiend werd met de wiethandel. Ik hoorde hem zeggen dat de verdiensten van de producten uit de growshop enkele maanden geleden nog minimaal waren geweest.
Volgens zeggen van [betrokkene 1] was de hoeveelheid van 50 kilogram die A-2101 maandelijks zou gaan afnemen, gelijk aan de huidige wekelijkse omzet in de growshop.
Ten aanzien van de wiet die ingekocht werd door de growshop en in de afgesloten ruimte in de bedrijfshal van [betrokkene 1] bewaard en gesorteerd werd, wist [betrokkene 1] te vertellen dat [verdachte] het geld uitbetaalde aan de leveranciers. Andere medewerkers van de growshop, waartoe volgens [betrokkene 1] nog meerdere telers behoorden dan die A-2101 en ik reeds gezien hadden, sorteerden en wogen de binnengebrachte wiet.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 10 december 2013, opgenomen op pagina 6000 e.v. van voornoemd dossier Palmlori, inhoudende de bevindingen van Stelselmatige Informatie Inwinner A-2101:
Op dinsdag 10 december 2013 reed ik samen met A-3553 naar het object [a-straat 1] in [plaats] .
[verdachte] vroeg me nu wat ik mij bij een grote hoeveelheid eigenlijk voorstelde. Ik antwoordde daarop dat hij bij een van onze eerdere ontmoetingen had verteld dat 50 tot 100 kilo geen probleem voor hem zou zijn. Ik vroeg gericht of dat nog steeds gold. Hij knikte en zei: “Ja, dat is geen probleem.” Hij wilde, zei hij, echter bij 50 kilo 20.000 euro als voorschot hebben en bij 100 kilo de helft van de totale som.
Er brandde nu een discussie los over het voorschot van 20.000 euro en er werden van beide kanten verschillende voorstellen gedaan. [verdachte] stelde voor de 20.000 euro bij [betrokkene 1] te deponeren. Dat was voor beide kanten veilig. [verdachte] vertelde ons ook dat hij na drie uitgevoerde transacties geen voorschot meer nodig had omdat hij zijn geld dan al had verdiend.
Hij vroeg nog wanneer de transactie afgewikkeld moest worden. Ik verklaarde hierover dat ik voor de transactie met de 50 kilo graag een kleinere transactie wilde doen om te testen of de door mij geplande transportmethode veilig was. [verdachte] antwoorde dat dit een goed idee was.
We werden het eens om de testtransactie in januari uit te voeren.
[verdachte] zei dat één of twee keer per maand (telkens 50 kilo) geen probleem was.
Nadat [verdachte] was vertrokken, spraken we nog kort met [betrokkene 1] . [betrokkene 1] vertelde nu dat [verdachte] een bergplaats achter de Mercedes-ster op de radiateur van zijn auto had waarin hij 50.000 euro veilig kon deponeren.
[betrokkene 1] vertelde dat hij [verdachte] sinds de jaren tachtig kende en hem met zijn financiële hulp eigenlijk de mogelijkheid had geboden om in te stappen in de growshop. Hij had sindsdien ook altijd van [verdachte] transacties geprofiteerd, en [verdachte] had evenzeer van hem ( [betrokkene 1] ) geprofiteerd. [betrokkene 1] vertelde dat hij vroeger 50 procent van de winst van [verdachte] had gekregen, later nog maar 10 procent.
Op de vraag hoe het geld allemaal werd verdiend, antwoordde [betrokkene 1] dat dat altijd al met de waar (de marihuana) was, met de growshop was niet veel verdiend.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 30 januari 2014, opgenomen op pagina 6016 e.v. van voornoemd dossier Palmlori, inhoudende de bevindingen van Stelselmatige Informatie Inwinner A-3553:
Op donderdag 30 januari 2014 omstreeks 11.15 uur, bevonden A-2101 en ik ons bij de woning van [betrokkene 1] , [a-straat 1] te [plaats] . [betrokkene 1] stond buiten en begroette ons.
Ik hoorde [betrokkene 1] zeggen dat hij [verdachte] al gebeld had en dat hij zo zou komen.
Omstreeks 11.45 uur zag ik dat [verdachte] de woonkamer binnenkwam en zich bij ons voegde.
Uiteindelijk kwamen [verdachte] en A-2101 overeen dat er 5 kg van de hees en 5 kg van de andere soort geleverd zou worden, voor een bedrag van 50.000 euro.
Nadat [verdachte] medegedeeld had dat over een uurtje alles klaar zou staan, verliet hij de woning van [betrokkene 1] .
Even later werd er aangebeld en kwam [verdachte] weer terug. Ik hoorde hem zeggen dat zijn broer [betrokkene 4] alle andere soort wiet verkocht had, doch dat hij nu 16 a 17 kg hees (het hof begrijpt: de duurdere soort hennep) had. De hees lag reeds klaar, zo hoorde ik [verdachte] zeggen.
A-2101 en [verdachte] kwamen overeen dat er 9 kg hees geleverd zou worden. Hiervoor diende 49.500 euro betaald te worden. [verdachte] deelde ook mede dat de vervoerders konden komen om de hees mee te nemen. Ik hoorde [verdachte] zeggen dat zij, net zoals de vorige keer, de hees konden ophalen in de bedrijfshal van [betrokkene 1] . Hun auto konden zij weer achteruit de bedrijfshal inrijden, voegde [verdachte] er aan toe.
Vervolgens hoorde ik [verdachte] tegen [betrokkene 1] zeggen dat hij even met hem mee moest lopen.
Nadat A-2101 aan [verdachte] een envelop overhandigd had met daarin een hoeveelheid bankbiljetten, begon [verdachte] het geld te tellen. Nadat [betrokkene 1] de woonkamer weer betreden had, vroeg [verdachte] aan [betrokkene 1] hem te helpen bij het geld tellen. [betrokkene 1] voldeed aan dit verzoek.
Nadat A-2101 aan [verdachte] gevraagd had of hij nog steeds aan hem wiet wilde leveren en ik hoorde dat [verdachte] antwoordde dat hij dat natuurlijk wilde, spraken A-2101 en ik met [verdachte] af over twee weken weer langs te komen voor een volgende grote levering van wiet.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 30 januari 2014, opgenomen op pagina 6025 e.v. van voornoemd dossier Palmlori, inhoudende de bevindingen van Stelselmatige Informatie Inwinner A-2101:
Even later (het hof begrijpt: op 30 januari 2014) voegde [verdachte] zich weer bij ons in de woonkamer om ons mede te delen dat hij nu toch over elke gewenste hoeveelheid “Haze” (het hof begrijpt: de hees) beschikte. We zouden er ook 17 kilo van kunnen krijgen. We antwoordden dat we slechts 50.000 euro bij ons hadden en om die reden 9 kilo voor 49.500 euro zouden meenemen. Hij verklaarde zich er direct mee akkoord en verliet de kamer weer om de waar in gereedheid te brengen en te verpakken. Ik informeerde in de tussentijd de transporteurs, die even later op het erf van het gebouw arriveerden. Ze reden naar de loods van [betrokkene 1] , waar deze hen even later begroette. [betrokkene 1] verscheen even later nog een keer in de woonkamer, waar inmiddels alleen politionele informatie-inwinner 3553 en ik wachtten om te vragen hoeveel kilo’s hij nu eigenlijk moest overdragen. We vertelden hem dat het de afgesproken 9 kilo betrof.
De mensen met de transportvoertuigen verlieten het erf terwijl ik naar buiten liep om het geld te halen. Ik overhandigde [verdachte] de bundel bankbiljetten van 50.000 euro, verdeeld in briefjes van 200 en 100 euro. [verdachte] opende de bundel en begon met de hand te tellen.
Inmiddels was ook [betrokkene 1] weer bij ons komen zitten. Hij glimlachte en zei dat het er goed uitzag. [verdachte] vroeg hem of hij hem misschien wilde helpen met tellen. Daarop pakte [betrokkene 1] ook een stapel biljetten en begon te tellen.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van d.d. 30 januari 2014, opgenomen op pagina 6036 e.v. van voornoemd dossier Palmlori, inhoudende de bevindingen van Stelselmatige Informatie Inwinner A-2137:
Op donderdag 30 januari 2014 bevond ik me samen met A-2120 op een met A-2101 afgesproken locatie in [plaats] en wachtte op het telefoontje van A-2101 waarbij hij ons zou meedelen waar we later een partij marihuana in ontvangst moesten nemen.
Om 12:47 uur hoorde A-2120 telefonisch van A-2101 dat we naar het object van [betrokkene 1] , [a-straat 1] in [plaats] moesten komen en daar de waar in ontvangst konden nemen. We moesten 9 kilo “Haze” afhalen.
Hij wees naar een grote zwarte tas die sterk naar marihuana rook. Ik vroeg hem of hij een weegschaal had en hoeveel er in de tas zat. [betrokkene 1] antwoordde dat hij moest vragen hoeveel er in de tas zat. Ook zou hij om een weegschaal vragen.
In de tas zaten 5 gesealde zwarte plastic zakken met een verschillend gewicht. Ik opende een van de zwarte zakken. Hierin zaten twee doorzichtige cellofaanzakken, eveneens geseald en gevuld met marihuanatoppen.
Even later kwam [betrokkene 1] terug. Hij zei tegen mij dat het 9 kilo was, maar dat hij geen weegschaal had. Ik antwoordde daarop dat ik hem wat het gewicht betreft zou vertrouwen. Daarop laadde ik de tas met de marihuana in de bestelwagen van A-2120 in.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 februari 2014, opgenomen op pagina 1246 e.v. van voornoemd dossier Palmlori, inhoudende de bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] :
De door de opsporingsambtenaar Werken Onder Dekmantel gekochte 9 kilo hennep is overgedragen aan het onderzoeksteam. De 9 kilo hennep is inbeslaggenomen en ter onderzoek aangeboden aan de Unit Forensische Opsporing van de Politie Noord-Nederland, welke de goederen heeft bemonsterd en heeft ingestuurd naar het NFI.
(...)
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 11 februari 2014, opgenomen op pagina 6044 e.v. van voornoemd dossier Palmlori, inhoudende de bevindingen van Stelselmatige Informatie Inwinner A-3553:
Op dinsdag 11 februari (het hof begrijpt: 2014) bevonden A-2101 en ik ons bij de woning van [betrokkene 1] , [a-straat 1] te [plaats] .
A-2101 vroeg aan [verdachte] of hij nog steeds zaken met hem wilde doen, waarop ik [verdachte] volmondig hoorde zeggen: “Ja, natuurlijk.”
Nadat A-2101 had aangegeven op 3 en 4 maart 2014 de wiet te willen afnemen en [verdachte] met deze data instemde, gaf A-2101 aan een grote hoeveelheid te willen afnemen.
[verdachte] en A-2101 kwamen overeen dat er minimaal 50 kg wiet geleverd/afgenomen zou worden, doch dat A-2101 geld mee zou nemen voor eventuele afname van maximaal 80 kilogram wiet. [verdachte] gaf aan dat hij op 4 maart pas kon zeggen hoeveel kilogram wiet hij leveren kon, daar hij tot op het laatste moment nog wiet aangeleverd kon krijgen. A-2101 kon er vanuit gaan dat er zeker 60 kilogram wiet geleverd zou worden.
Op 3 maart kon A-2101 een transportmiddel in de hal van [betrokkene 1] achter laten en deze op 4 maart ‘s ochtends weer op komen halen, hoorde ik [verdachte] zeggen. Hij voegde eraan toe dat hijzelf op 4 maart om 09.00 uur aanwezig zou zijn, zodat hij exact aan kon geven hoeveel kilogram van welke kwaliteit er geleverd kon worden.
Op de vraag van A-2101 aan [betrokkene 1] of hij het goed vond dat er een transportmiddel in zijn bedrijfshal werd achtergelaten en de geldoverdracht in zijn woning plaatsvond, hoorde ik [betrokkene 1] zeggen: “Natuurlijk is dat goed.”
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 maart 2013 (het hof begrijpt: 2014), opgenomen op pagina 1417 e.v. van voornoemd dossier Palmlori, inhoudende de bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] :
De verdachten genoemd in dit proces-verbaal zijn door mij verbalisant [verbalisant 2] herkend, dit betreffen:
[betrokkene 1] , [betrokkene 4] , [verdachte] en [betrokkene 5] .
Deze zijn herkend van beelden gemaakt in de Opel Vivaro bus voorzien van kenteken [kenteken 1] welke op 3 maart 2014 door opsporingsambtenaren van de Unit Werken Onder Dekmantel is gebracht bij (het hof begrijpt: growshop) [A] aan de [a-straat] te [plaats] .
3 maart 2014
Uit de camerabeelden blijkt dat verdachte [betrokkene 1] omstreeks 18:54 uur handschoenen aantrekt. Vervolgens is te zien dat hij in de Opel bus stapt, daarna is te zien dat de Opel bus wordt verplaatst in de loods.
Omstreeks 18:56 uur is te zien dat verdachte [betrokkene 1] de achterdeuren van de Opel Vivaro opent en dat hij een kist uit de bus pakt, en deze achter de bus op de grond zet.
Omstreeks 19:02 uur loopt verdachte [betrokkene 1] terug richting de bus, te zien is dat verdachte [betrokkene 1] weer handschoenen draagt. Achter verdachte [betrokkene 1] komt verdachte [betrokkene 4] . Verdachte [betrokkene 4] draagt een zilverkleurige gevulde zak, vermoedelijk een strijkzak. Verdachte [betrokkene 1] en [betrokkene 4] lopen naar de achterzijde van de bus. De verdachten komen dan uit de richting van het ‘afgetimmerde hok’ in de loods van verdachte [betrokkene 1] .
Omstreeks 19:03 uur is te zien dat verdachte [betrokkene 5] richting de bus loopt er is te zien dat hij handschoenen aantrekt. Verdachte [betrokkene 5] loopt ook naar de achterzijde van de bus waar verdachten [betrokkene 1] en [betrokkene 4] staan. Te zien is dat verdachte [betrokkene 1] kennelijk de metalen kisten in de bus telt.
Verdachte [betrokkene 5] komt dan vervolgens omstreeks 19:04 uur weer terug richting de bus, met een grote zwarte tas, welke hij overdraagt aan verdachte [betrokkene 4] . Verdachte [betrokkene 4] loopt vervolgens weer naar de achterzijde van de bus, waar hij uit de zwarte tas weer een zilverkleurige gevulde zak haalt, een strijkzak.
Op de beelden is te zien dat vanaf ongeveer 19:05 verdachten [betrokkene 4] , [betrokkene 5] en verdachte [betrokkene 1] gezamenlijk de metalen kisten uit de Vivaro bus uitladen en dat zij in de kisten gevulde strijkzakken doen.
Omstreeks 19:12 uur wordt er door verdachte [betrokkene 5] , weer een grote gevulde sporttas gebracht naar de achterzijde van de bus. En omstreeks 19:13 uur wordt er door verdachte [betrokkene 4] nog een grote zwarte sporttas naar de achterzijde van de bus gebracht. Vervolgens wordt er verder gegaan met het uitpakken van metalen kisten uit de bus en deze vullen met gevulde strijkzakken, zowel zwarte als zilverkleurige.
Omstreeks 19:23 uur lopen verdachten [betrokkene 4] en [betrokkene 5] weer even weg in de richting van de loods waarna verdachte [betrokkene 5] terug komt met een gevulde zwarte strijkzak. Op het moment dat verdachte [betrokkene 5] terugloopt met de gevulde strijkzak, is verdachte [betrokkene 1] in de Vivaro bus, waar hij een metalenkist uit haalt en aan verdachte [betrokkene 5] geeft.
Omstreeks 19:26 uur komt verdachte [betrokkene 5] weer terug samen met verdachte [betrokkene 4] . Verdachte [betrokkene 5] heeft dan weer een gevulde zwarte strijkzak in zijn handen. Aan de achterzijde van de bus staan de gevulde metalen kisten opgestapeld, waarbij het lijkt dat de verdachten overleggen. Dan wordt de strijkzak kennelijk nog in een metalen kist gedaan. Het lijkt erop dat er nog iets geplakt of geschreven wordt op de metalen kist.
Omstreeks 19:29 uur worden er door verdachten [betrokkene 1] en [betrokkene 5] 11 metalen kisten in de bus gedaan en wordt de bus vervolgens gesloten.
4 maart 2014
Omstreeks 08:48 uur stapt [betrokkene 1] in de Vivaro bus en wordt deze verplaatst.
Omstreeks 09:19 uur komt verdachte [betrokkene 1] samen met verdachte [verdachte] de loods binnen.
Door verdachte [betrokkene 1] wordt vervolgens weer de schuifdeur van de Vivaro bus geopend. Er worden vervolgens door verdachte [betrokkene 1] 2 metalen kist uit de Vivaro bus gepakt en op de grond neergezet. Vervolgens worden er door verdachte [betrokkene 1] omstreeks 09:20 uur handschoenen gepakt van een rek naast de zijdeur en deze worden aangetrokken. Vervolgens verdwijnen verdachte [betrokkene 1] en verdachte [verdachte] uit beeld. Dan verschijnt verdachte [betrokkene 1] weer in beeld en lijkt er een strijkzak kennelijk in een van de metalen kisten op de grond te worden gedaan. Dan verschijnt ook verdachte [verdachte] weer in beeld, deze lijkt verdachte [betrokkene 1] aanwijzingen te geven of iets te vertellen gezien de armbewegingen die [verdachte] maakt.
Omstreeks 09:21 uur loopt verdachte [betrokkene 1] weer de loods in, om vervolgens weer terug te komen en nog een metalen kist uit de Vivaro te pakken. Omstreeks 09:22 uur wordt er in deze laatste metalen kist ook een zwarte gevulde strijkzak gedaan door verdachte [betrokkene 1] . Deze metalen kist wordt door [betrokkene 1] weer in de Vivaro bus gezet.
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van d.d. 5 maart 2014, opgenomen op pagina 6062 e.v. van voornoemd dossier Palmlori, inhoudende de bevindingen van Stelselmatige Informatie Inwinner A-3553:
Op maandag 3 maart 2014, omstreeks 15.50 uur, bevonden A-2101 en ik ons bij de woning van [betrokkene 1] , [a-straat 1] te [plaats] . Na te hebben aangebeld, opende [betrokkene 1] de deur en zijn wij de woning Van [betrokkene 1] binnengegaan.
Vervolgens legde [verdachte] (het hof begrijpt: verdachte) uit dat hij op dit moment reeds kon leveren, 40 kilogram wiet van een mindere kwaliteit voor 4.500 euro per kilogram en 13 kilogram wiet van de hees voor 5.500 euro per kilogram.
[verdachte] vroeg of de wiet in zakken van 5 kilogram verpakt kon worden, waarop A-2101 aangaf dat dit geen probleem was als de zakken maar in de bakken in de bus zouden passen. Daarop hoorde ik [verdachte] zeggen tegen [betrokkene 1] dat hij daarop diende toe te zien. Ik zag dat [betrokkene 1] hierop bevestigend knikte.
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van d.d. 5 maart 2014, opgenomen op pagina 6087 e.v. van voornoemd dossier Palmlori, inhoudende de bevindingen van Stelselmatige Informatie Inwinner A-3553:
Op dinsdag 4 maart 2014, omstreeks 10.30 uur, bevonden A-2101 en ik ons bij de woning van [betrokkene 1] , [a-straat 1] te [plaats] . [betrokkene 1] opende de deur waarna wij de woning van [betrokkene 1] zijn binnengegaan.
In de woonkamer vroeg A-2101 aan [betrokkene 1] of alles klaar was, waarop [betrokkene 1] bevestigend antwoordde.
Omstreeks 11.36 uur, hoorde ik A-2101 zeggen dat de koeriers gearriveerd waren. [betrokkene 1] liep daarop naar buiten. Enkele minuten later zag ik dat [verdachte] (het hof begrijpt: verdachte) en een mij onbekende man de woonkamer kwamen binnen gelopen.
Vervolgens ben ik naar buiten gelopen, alwaar direct daarop het arrestatieteam het terrein opgereden kwam.
18. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van d.d. 4 maart 2014, opgenomen op pagina 6091 e.v. van voornoemd dossier Palmlori, inhoudende de bevindingen van Stelselmatige Informatie Inwinner A-2101:
Intussen hadden wij telefonisch van onze transporteurs gehoord dat de waar volgens afspraak in het bestelbusje was gedeponeerd. Als hoeveelheid noemden ze ca. 53 kilo.
19. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 juni 2014, opgenomen op pagina 1955 e.v. van voornoemd dossier Palmlori, inhoudende de bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] :
De door de opsporingsambtenaar Werken Onder Dekmantel gekochte 53 kilo hennep is overgedragen aan het onderzoeksteam. De 53 kilo hennep is inbeslaggenomen en ter onderzoek aangeboden aan de Unit Forensische Opsporing van de Politie Noord-Nederland, welke de goederen heeft bemonsterd.
20. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 maart 2014, opgenomen op pagina 1333 e.v. van voornoemd dossier Palmlori, met documentcode AH-088, inhoudende de bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] :
Op 4 maart 2014 werden doorzoekingen verricht in woningen en twee loodsen.
In dit proces-verbaal staan de bevindingen van de in de verschillende woningen en loodsen gevonden hennep (lijst II) en hasjiesj (lijst II). Door mij, verbalisant [verbalisant 2] , senior medewerker opsporingstactiek, taakgebied drugs, werden de gewogen plantmaterialen herkend aan de hand van de structuur van het plantmateriaal en de geur, als hennep genoemd op Lijst II van de Opiumwet zijnde: elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden.
Loods [a-straat 2] (pand A)
In de loods gelegen naast de woning van verdachte [betrokkene 1] , werd een afgetimmerde ruimte aangetroffen. In deze ruimte werden diverse big bags en tassen aangetroffen met daarin hennep. Tevens werd er een Renault Traffic aangetroffen welke door opsporingsambtenaren van de Unit Werken onder Dekmantel op 3 maart 2014 was achtergelaten ten behoeve van de pseudokoop op 4 maart 2014.
Hennep uit Renault Traffic [kenteken 2]
In de Renault Traffic werden 24 metalen kisten aangetroffen. In 14 van deze kisten werden strijkzakken aangetroffen met daarin hennep.
Goed 1.1
Betrof een strijkzak met daarin henneptoppen. Het nettogewicht bedroeg 2999 gram.
Goed 2.1
Betrof een strijkzak met daarin 2 gripzakken met henneptoppen. Het nettogewicht bedroeg 2000 gram.
Goed 2.2
Betrof een strijkzak met daarin 2 gripzakken met henneptoppen. Het nettogewicht bedroeg 2000 gram.
Goed 3.1
Betrof een strijkzak met daarin 2 gripzakken met henneptoppen. Het nettogewicht bedroeg 2000 gram.
Goed 3.2
Betrof een strijkzak met daarin 2 gripzakken met henneptoppen. Het nettogewicht bedroeg 2000 gram.
Goed 4.1
Betrof een strijkzak met daarin 2 gripzakken met henneptoppen. Het nettogewicht bedroeg 2000 gram.
Goed 4.2
Betrof een strijkzak met daarin 2 gripzakken met henneptoppen. Het nettogewicht bedroeg 2000 gram.
Goed 5.1, 5.2, 5.3
Betroffen 3 strijkzakken met daarin 4 gripzakken met henneptoppen. Het nettogewicht bedroeg 3999 gram.
Goed 6.1
Betrof een strijkzak met daarin henneptoppen. Het nettogewicht bedroeg 3500 gram.
Goed 7.1 en 7.2
Betroffen 2 strijkzakken met daarin 4 gripzakken met henneptoppen. Het nettogewicht bedroeg 4000 gram.
Goed 8.1 en 8.2
Betroffen 2 strijkzakken met daarin 4 gripzakken met henneptoppen. Het nettogewicht bedroeg 4000 gram.
Goed 9.1 en 9.2
Betroffen 2 strijkzakken met daarin 4 gripzakken met henneptoppen. Het nettogewicht bedroeg 4000 gram.
Goed 10.1 en 10.2
Betroffen 2 strijkzakken met daarin 4 gripzakken met henneptoppen. Het nettogewicht bedroeg 4001 gram.
Goed 11
Betrof een strijkzak met daarin henneptoppen. Het nettogewicht bedroeg 3490 gram.
Goed 12.1 en 12.2
Betroffen 2 strijkzakken met daarin 3 gripzakken met henneptoppen. Het nettogewicht bedroeg 2995 gram.
Goed 13.1 en 13.2
Betroffen 2 strijkzakken met daarin 4 gripzakken met henneptoppen. Het nettogewicht bedroeg 4000 gram.
Goed 14.1 en 14.2
Betroffen 2 strijkzakken met daarin 4 gripzakken met henneptoppen. Het nettogewicht bedroeg 3999 gram.
Goederen afgetimmerde gedeelte loods
Goed H.1
Betreft een grote bigshopper tas. In de tas zaten 2 gripzakken met henneptoppen. Het nettogewicht van de hennep bedroeg 1930 gram.
Goed H.2
Betreft een grote bigshopper tas. In de tas zaten 3 gripzakken met henneptoppen. Het nettogewicht van de hennep bedroeg 1600 gram.
Goed H.4
Betreft een grote weekendtas. In de tas zaten 3 gripzakken met hennep toppen. Het nettogewicht van de hennep bedroeg 2210 gram.
Goed H.5
Betreft een bigshopper tas. In de tas zaten 5 gripzakken met henneptoppen. Het nettogewicht van de hennep bedroeg 1620 gram.
Goed H.6
Betreft een zwarte weekendtas. In de tas zaten 1 strijkzak en 1 gripzak met henneptoppen. Het nettogewicht van de hennep bedroeg 2820 gram.
Goed H.7
Betreft een groene leger plunjebaal. In de tas zaten 7 gripzakken met henneptoppen. Het nettogewicht van de hennep bedroeg 2660 gram.
21. Een kennisgeving van inbeslagneming (artikel 94 Sv), opgemaakt door [verbalisant 2] , opgenomen op pagina 8607 e.v. van voornoemd dossier Palmlori, inhoudende:
Inbeslagneming
Plaats: [a-straat 1] , [plaats]
Datum: 10 maart 2014
Object: Verdovende middelen (hennep)
Bijzonderheden: H 8.5 1 zak 1330 gram
Object: Verdovende middelen (hennep)
Bijzonderheden: H 8.1 + H 8.2 + H 8.3 + H 8.4 4 zakken 5650 gram
Object: Verdovende middelen (hennep)
Bijzonderheden: H 3.1 en H 3.2 2 zakken 2240 gram
22. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 juni 2014, opgenomen op pagina 1873 e.v. van voornoemd dossier Palmlori, inhoudende de bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] :
Op 4 maart 2014 werden doorzoekingen verricht in woningen en in twee loodsen.
In dit proces-verbaal staan de bevindingen beschreven van de in de verschillende woningen en loodsen gevonden hennep (lijst II) en hasjiesj (lijst II). Door mij, verbalisant [verbalisant 2] , senior medewerker opsporingstactiek, taakgebied drugs, werden de gewogen plantmaterialen herkend aan de hand van de structuur van het plantmateriaal en de geur, als hennep genoemd op Lijst II van de Opiumwet zijnde: elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden.
Tevens werden door mij plakken hasjiesj herkend, deze werden echter ook getest middels een MMC narcotest cannabis. Hasjiesj worden genoemd op Lijst II van de Opiumwet als: een gebruikelijk vast mengsel van de afgescheiden hars verkregen van planten van het geslacht Cannabis (hennep), met plantaardige elementen van deze planten.
[A] [a-straat 2] (pand A)
Betreft de growshop alsmede het kantoorgedeelte welke in de growshop gelegen is.
Kantoor [A]
Goed A-5-002
Betreft een papieren apotheek zakje met daarin een blok hasjiesj. Het netto gewicht van de hasjiesj bedroeg 55,57 gram. De indicatietest gaf een positieve uitslag.
Goed A-5-008
Betreft een papieren apotheek zakje met daarin 9 blokken hasjiesj. Het netto gewicht van de hasjiesj bedroeg 386 gram. De indicatietest gaf een positieve uitslag.
Goed A-5-007 1
Betreft een gripzak met daarin 27 gripzakjes met topjes hennep, op elk gripzakje stond met zwarte stift geschreven: “HH”. Het netto gewicht van de hennep toppen bedroeg 44,5 gram.
Goed A-5-007 2
Betreft een gripzak met daarin 30 gripzakjes met topjes hennep, op elk gripzakje stond met zwarte stift geschreven “HH”. Het netto gewicht van de hennep toppen bedroeg 47 gram.
Goed A-4-005
Betreffen twee gripzaken met de opdruk: “JaJa”. In de gripzakken zitten gedroogde hennep toppen met een nettogewicht van 129,5 gram.
Nadere bewijsoverweging
Het hof stelt vast dat op basis van de in de bewijsmiddelen onder 20 (vanaf “Goederen afgetimmerde gedeelte loods”), 21 en 22, naast de bewezenverklaarde 441 gram hasjiesj, meer grammen hennep in beslag zijn genomen dan de tenlastegelegde en bewezenverklaarde 15,991 kilogram, te weten 22,281 kilogram. Bij de straftoemeting heeft het hof rekening gehouden met de bewezenverklaarde hoeveelheid, te weten 15,991 kilogram.
(...)
29. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 1 april 2014, opgenomen op pagina 6809 e.v. van voornoemd dossier Palmlori, inhoudende de verklaring van [verdachte] :
Op een gegeven moment wilden ze wiet. Ik (het hof begrijpt: verdachte) zei toen eerst dat doe ik niet. Ze bleven vragen.
En toen heb ik twee keer wat bemiddeld. De eerste keer 10 kilo en de tweede keer 9 kilo. En op die van vier maart heb ik via [betrokkene 6] geregeld dat ze een grotere hoeveelheid konden kopen.
De hennep heeft [betrokkene 6] een dag daarvoor gebracht naar [plaats] . De hennep is naar de afgetimmerde ruimte gegaan in de andere loods.
U laat mij de opnamen zien die gemaakt zijn vanuit de wagen die in de loods stond.
Ik weet niet meer precies waar ik naar gewezen of gezegd heb. Ik denk dat ik heb gezegd die 10 kilo Haze staat daar nog. Ik heb toen denk ik gezegd zet die er ook maar in. De Haze kwam ergens anders vandaan. Het stond bij de gokautomaten in de loods.
[betrokkene 1] zei dat er nog 10 kilo Haze daar stond. Toen heb ik denk ik gezegd dat die er ook maar bij in moest.
[betrokkene 4] koopt wel in voor de coffeeshops. Als [betrokkene 4] er niet is dan doe ik het wel eens. Dan betaal ik de mensen die hennep brengen. De hennep gaat naar die afgetimmerde ruimte.
Ik heb de eerste keer 5 kilo Haze en 5 kilo PP geleverd. Maar de tweede keer heb ik 9 kilo Haze geleverd omdat ze te weinig geld hadden is er een kilo af gegaan. Die hennep lag al klaar voor de coffeeshop. [betrokkene 4] heeft pakketten klaar liggen van 5 of tien kilo. Daar is de hennep van gekomen.
30. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 10 april 2014, opgenomen op pagina 7429 e.v. van voornoemd dossier Palmlori, inhoudende de verklaring van [betrokkene 7] :
Ik moest van growshops naar [A] of andersom rijden, en soms naar Duitsland, bestelling opnemen. En soms vooruit rijden. Kijken of er wat is. De laatste keer, vier, drie februari, met die 24 kilo... ik heb die dag vooruit gereden. Ik zag al dat er iets niet klopte bij het park, de donkere Polo. Ik wilde jongens waarschuwen, maar dat kon niet meer. Ik bleef daar nog een tijdje, bij de bungalow, en later hoorde ik dat ze gepakt zijn, en overgebracht naar de Duitse politie.
Alles wordt van te voren geregeld door [familie] . Ik hoef alleen maar vooruit te rijden. Als het een grote partij was ging ik vooruit rijden.
[verdachte] (het hof begrijpt: verdachte) is de baas.
V: Maar was het huisje in [plaats] voor je broer, of voor een plek om te handelen?
A: In eerste instantie voor mijn broer, ook voor een postadres. Maar toen kwam van het een kwam het ander.
V: Wie bepaalt dat dan?
A: [familie] . Een van de jongens kwam op het idee toen ik op vakantie was.
V: Wie is nou de hiërarchie binnen [familie] ?
A: Ik denk toch de oudste, [verdachte] , hij is altijd de baas. Ik denk het omdat in onze cultuur wij naar de ouderen luisteren. Naar de oudste.
31. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 26 maart 2014, opgenomen op pagina 7530 e.v. van voornoemd dossier Palmlori, inhoudende de verklaring van [betrokkene 1] :
Over 3 en 4 maart 2014 kan ik het volgende verklaren.
[verdachte] (het hof begrijpt: verdachte) heeft mij 3 weken voor de deal gevraagd of ik een tas wilde bewaren. In die tas zat weed denk ik. Die heb ik bewaard, in de loods. Die heb ik 4 maart aan [betrokkene 5] gegeven en die heeft ze in de bakken in de bus gedaan.
Ik heb wel geholpen. Ik heb meegeholpen om de bakken te vullen met hennep. Ik heb een tas gegeven de volgende ochtend aan [betrokkene 5] , en die heb ik ook de volgende dag ingeladen.
Op 3 maart hadden [betrokkene 4] en [betrokkene 5] de hennep.
Er moest 50 kilo zijn. De tas die ik had was 10 kilo, ik had dat gewogen. Dat andere moest 40 kilo zijn.
[betrokkene 4] en [betrokkene 5] hadden de hennep op de avond van 3 maart uit de achterste ruimte gehaald, die verhuur ik aan iemand. Er zit een tussendeur in, normaal is die op slot. Die avond (het hof begrijpt: 3 maart 2014) toen was die los. Dan kwamen ze achter uit de ruimte in mijn loods. Die jongen heet [betrokkene 8] , die die loods ruimte huurt. Die verhuurt het weer aan [verdachte] .
V: Dus op papier huurt [betrokkene 8] die ruimte maar werkelijk gebruikt [verdachte] die ruimte.
A: Ja.
V: Wie gebruikt hem dan?
A: Ja, [familie] , die hebben ook een eigen slot erop gezet. Ze kunnen buitenom de ruimte binnenkomen.
Er komt een weedgeur uit de ruimte.
[verdachte] betaalt mij.
Die [betrokkene 9] vroeg of alles klaar stond. Ik ben naar de loods toegegaan. Ik heb gevraagd aan [betrokkene 5] of alles klaar was. Toen ben ik weer terug gegaan. Toen is [verdachte] in die tijd bij mij thuis naar binnen gelopen.
Ik ben ‘s morgens bij [verdachte] geweest op kantoor (het hof begrijpt: bij verdachte) en [verdachte] vroeg of ik de telmachine wilde meenemen naar mijn huis. Die heb ik toen meegenomen.
Opmerking verbalisant:
U heeft de beelden net gezien. [betrokkene 10] vroeg wie is dat. “Dat ben ik”, zei u. [betrokkene 10] liet 4 maart 2014 (het hof begrijpt: beelden van 4 maart 2014) zien. Toen kwam er iemand in beeld die herkende u als [verdachte] , u wist dat niet meer. Dat was omdat het spul uit de tas, de tas waar [verdachte] van zei dat er speciale weed in zat, in de bus te doen in de bakken. Die tas had u al enkele weken in bezit. De inhoud heeft u ook enkele weken onder de vloer gehad. De reden dat u de tas had was omdat de broer van [verdachte] , zijnde [betrokkene 4] , er niets van mocht weten. U heeft ook gezegd nadat [betrokkene 10] zei wat u pakte van de stelling dat dat handschoenen waren. U deed dat om te voorkomen dat er vingerafdrukken op de zakken komen, zei u. U zei ook dat [verdachte] zei dat u het er even in moest doen. Dat waren de zakken speciale weed, uit de tas die u al enkele weken eerder had gehad. U zei ook dat er een teken op de bakken moest van de speciale weed. U deed in elke bak een zak. U moest dat kruisje erop zetten van [verdachte] , omdat er speciale weed in de zakken met een kruis zat. U zei dat [betrokkene 5] er ook bij was, maar die is niet te zien als u de zakken in de bakken doet. U zei dat hij [betrokkene 5] kwam toen de Duitsers er waren.
V: Klopt dit?
A: Ja, dat klopt.
32. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 27 maart 2014, opgenomen op pagina 7547 e.v. van voornoemd dossier Palmlori, inhoudende de verklaring van [betrokkene 1] :
V: u verhuurt al 7 jaar de loods aan [verdachte] van [A] , maar wanneer is die ruimte in de loods gehuurd?
A: die [betrokkene 8] (het hof begrijpt: [betrokkene 8] ) heeft dat gehuurd. [verdachte] wilde die ruimte eerst gewoon zo huren, maar dat wilde ik niet. Ik wilde het op papier hebben. Toen heeft [verdachte] die [betrokkene 8] naar voren geschoven.
Ze betaalden maandelijks 500 euro aan huur.
In de afgetimmerde ruimte in mijn loods heb ik wel gezien dat ze daar de weed voorbereiden. Ik heb gezien dat er van die zakken lagen en een strijkijzer en zakken. Er stond ook een weegschaal.
[familie] gebruikt die ruimte sinds vorig jaar.
V: wie heeft u gezien in dat hok?
A: [betrokkene 4] denk ik wel en [betrokkene 5] denk ik wel.
33. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 18 maart 2014, opgenomen op pagina 7123 e.v. van voornoemd dossier Palmlori, inhoudende de verklaring van [betrokkene 2] :
Er komen wel eens mensen bij [A] . Die hebben dan spullen gekocht voor een kwekerij. Dan komen ze bij ons voor de oogst. Mijn vader (het hof begrijpt: verdachte) kent mensen van koffieshops. Hij helpt die mensen dan, die moeten wel kopen. Mijn vader pakt er een beetje uit voor zichzelf. Die mensen zeggen dan ik heb wat in de auto liggen, klare oogst een kilo of 2. Mijn vader gaat daar over. Mijn vader bekijkt het.
Er liggen kleine beetjes hennep van mijn vader in [A] .
V: wij tonen een foto van hennep die in [A] is aangetroffen.
A: die twee gripzakken met dat rode zijn van mijn vader. Die plakken die je ziet rookte mijn vader en die maakte hij zelf. Dat is weed met hasj.
V: hoeveel hennep blijft in [A] als mensen het brengen?
A: dat verschilt.
V: hoe brengen die mensen die klare in [A] ?
A: er is een roldeur. Die gaat dan open en dan rijden ze naar binnen. Dan zit het vaak in de kofferbak en dan halen ze het tevoorschijn. Dan gaat het eruit. Dan gaan ze met de klare hennep het kantoor in. Daar wordt het dan gewogen en bekeken.
Soms gaat het naar boven en blijft het even daar staan. Soms niet lang soms wel lang.
V: hoe komen tassen met hennep in het hok van de loods van [betrokkene 1] ?
A: iemand brengt het er heen. Misschien mijn vader [verdachte] of [betrokkene 4] . Ik denk [betrokkene 4] , het broertje van mijn vader.”
34. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal verhoor getuige d.d. 30 juni 2015, inhoudende de bij de rechter-commissaris afgelegde verklaring van [betrokkene 11] :
Verder wil ik nog het een en ander uitleggen over die 53 kg. wiet, 43 kg daarvan behoorde toe aan [verdachte] en 10 kg aan [betrokkene 1] . Het was de bedoeling dat er een bedrag van 55.000 euro zou worden betaald aan [betrokkene 1] , samenhangende met die 10 kg.
[verdachte] had mij verteld dat hij al eens eerder een paar keer handel had gedreven met die Duitsers en dan bedoel ik hennephandel. De laatste keer vroegen ze [verdachte] om een grote hoeveelheid, 100 kg. Ik was wel op de hoogte van die handel.”