ECLI:NL:HR:2024:728

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 mei 2024
Publicatiedatum
17 mei 2024
Zaaknummer
23/00091
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over directe octrooi-inbreuk en equivalente inbreukbeoordeling

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 mei 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Pharmathen Global B.V. en Novartis A.G. Pharmathen, gevestigd te Amstelveen, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag, dat op 15 november 2022 is gewezen. Novartis, gevestigd in Bazel, Zwitserland, heeft een voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. Beide partijen hebben geconcludeerd tot verwerping van elkaars beroep. De Hoge Raad heeft de klachten van Pharmathen over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Het incidentele beroep van Novartis, dat afhankelijk was van de uitkomst van het principale beroep, behoeft geen verdere behandeling. De Hoge Raad heeft beslist dat Pharmathen in de proceskosten moet worden verwezen, omdat zij in cassatie in het ongelijk is gesteld. Novartis heeft vergoeding van de kosten gevorderd op basis van artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, en partijen hebben overeenstemming bereikt over de kosten. De Hoge Raad heeft de kosten aan de zijde van Novartis begroot op € 55.000,--, vermeerderd met wettelijke rente indien Pharmathen deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak voldoet.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer23/00091
Datum17 mei 2024
ARREST
In de zaak van
PHARMATHEN GLOBAL B.V.,
gevestigd te Amstelveen,
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,
hierna: Pharmathen,
advocaten: T. Cohen Jehoram en G.J. Harryvan,
tegen
NOVARTIS A.G.,
gevestigd te Bazel, Zwitserland,
VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,
hierna: Novartis,
advocaat: A.M. van Aerde.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak C/09/625801 / KG ZA 22-201 van de rechtbank Den Haag van 19 juli 2022;
b. het arrest in de zaak 200.314.300/01 van het gerechtshof Den Haag van 15 november 2022.
Pharmathen heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Novartis heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het principaal cassatieberoep.
De advocaat van Pharmathen heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel in het principale beroep

2.1
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2.2
Het incidentele beroep, dat is ingesteld onder de voorwaarde dat het middel in het principale beroep tot vernietiging van het arrest van het hof leidt, behoeft gelet op hetgeen hiervoor is overwogen geen behandeling.
2.3
Als de in cassatie in het ongelijk gestelde partij dient Pharmathen te worden verwezen in de proceskosten. Nu Novartis op de voet van art. 1019h Rv vergoeding van de kosten in cassatie heeft gevorderd en partijen overeenstemming hebben bereikt over de ter zake op de voet van deze bepaling toe te schatten kosten, zal dienovereenkomstig worden beslist (Indicatietarieven in octrooizaken Hoge Raad punt 4).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het principale beroep;
- veroordeelt Pharmathen in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Novartis begroot op € 55.000,--, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Pharmathen deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren C.H. Sieburgh en S.J. Schaafsma, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
17 mei 2024.