ECLI:NL:HR:2024:710

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 mei 2024
Publicatiedatum
16 mei 2024
Zaaknummer
24/00386
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over verlenging looptijd schuldsanering en nakoming verplichtingen

In deze zaak hebben verzoekers tot cassatie, [verzoeker 1] en [verzoekster 2], beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. Dit arrest betreft de verlenging van de looptijd van de schuldsanering en de verplichtingen die voortvloeien uit de schuldsaneringsregeling. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten, waaronder een vonnis van de rechtbank Rotterdam en een arrest van het gerechtshof Den Haag. De bewindvoerder, die verantwoordelijk is voor de schuldsanering van de verzoekers, heeft geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal G. Snijders heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.

De Hoge Raad heeft de klachten van de verzoekers beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen op 17 mei 2024.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer24/00386
Datum17 mei 2024
ARREST
In de zaak van
1. [verzoeker 1],
wonende te [woonplaats],
2. [verzoekster 2],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: [verzoekers],
advocaat: J. van Weerden,
tegen
[de bewindvoerder], bewindvoerder in de schuldsanering van verzoekers tot cassatie,
kantoorhoudende te [vestigingsplaats],
BELANGHEBBENDE in cassatie,
hierna: de bewindvoerder,
niet verschenen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaken C/10/20/318 R en C/10/20/319 R van de rechtbank Rotterdam van 24 oktober 2023;
b. het arrest in de zaak 200.334.446/01 van het gerechtshof Den Haag van 30 januari 2024.
[verzoekers] hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De bewindvoerder heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G. Snijders strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.E. du Perron, als voorzitter, A.E.B. ter Heide en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
17 mei 2024.