Uitspraak
1.Procesverloop
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel in het principale beroep
4.Beslissing
26 april 2024.
Hoge Raad
In deze zaak vordert de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) een verklaring voor recht dat TUI Airlines Nederland B.V. onrechtmatig handelt door niet met hen in onderhandeling te treden over een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) voor het cabinepersoneel. FNV stelt dat zij als vakbond de belangen van werknemers in de sector vervoer en luchtvaart behartigt en dat TUI hen buiten sluit als gespreks- en onderhandelingspartner. TUI heeft herhaaldelijk geweigerd om met FNV te onderhandelen, ondanks verzoeken en petities van werknemers. De Hoge Raad oordeelt dat er geen wettelijke verplichting bestaat voor TUI om met FNV te onderhandelen, maar dat de weigering om dit te doen onrechtmatig kan zijn, afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Het hof heeft in zijn uitspraak overwogen dat FNV voldoende representatief is en dat de belangen van de werknemers bij vertegenwoordiging door een onafhankelijke vakbond zwaarder wegen dan de contractsvrijheid van TUI. De Hoge Raad bevestigt het oordeel van het hof en verwerpt het cassatieberoep van TUI, waarbij TUI wordt veroordeeld in de proceskosten.