ECLI:NL:HR:2024:667
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over ambtshalve vermindering van belastingaanslagen in verband met pensioenuitkeringen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 april 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de ambtshalve vermindering van belastingaanslagen met betrekking tot pensioenuitkeringen. De belanghebbende, vertegenwoordigd door S.P.R. Steinmaier, had beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag, die op 27 januari 2023 had geoordeeld dat de Inspecteur het verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor de jaren 2014 tot en met 2017 terecht had afgewezen. De belanghebbende had zijn pensioen opgebouwd bij het United Nations Joint Pension Fund en had de ontvangen pensioenuitkeringen in zijn aangiften voor de inkomstenbelasting aangegeven in box 1 en box 3. Na een arrest van de Hoge Raad uit 2019, heeft de belanghebbende verzocht om vermindering van de aanslagen, maar de Inspecteur weigerde dit op basis van nieuwe jurisprudentie. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de onjuistheid van de aanslagen voortvloeit uit het arrest van 2019 en dat de Rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de Inspecteur het verzoek om vermindering mocht afwijzen. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond, waarbij werd benadrukt dat de regels omtrent ambtshalve vermindering van belastingaanslagen duidelijk zijn en dat de Inspecteur in dit geval redelijkerwijs mocht menen dat zijn standpunt juist was.