Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
- het naar beneden trekken van de slaapzak waar [slachtoffer] in lag en
- het naar beneden trekken van de broek en onderbroek van [slachtoffer] en
- het vasthouden van de armen van [slachtoffer] en
- het met zijn, verdachtes, been uit elkaar duwen van de benen van [slachtoffer]
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaren:
Informatief gesprek met [slachtoffer]. [slachtoffer] had tegen [verdachte] uit Syrië gezegd dat ze geen seks wilde. Hij ging met zijn hand verder naar beneden, maar ze duwde zijn hand weg en zei: “Niet doen”. Hij trok even later haar slaapzak met kracht naar beneden, zodat ze uit de slaapzak kwam en haar broek en onderbroek ook naar beneden werden getrokken. Hij had ondertussen ook zijn onderbroek naar beneden gedaan. Zij trok haar kleding weer omhoog. Ze gaf vervolgens weer aan dat ze dat niet wilde. Ze lag op haar rug en hij had haar beide armen omhoog gedaan en hield beide armen vast. Hij duwde met zijn been haar benen uit elkaar en het lukte hem zijn piemel in haar vagina te doen. Dat was kort, doordat zij onder hem lag te kronkelen en ze gaf telkens aan dat ze dat niet wilde en dat hij dat niet moest doen. Het lukte hem daarna weer om de piemel in haar vagina te doen. Ze kon van hem loskomen en liep naar een andere kamer. [betrokkene 1] werd toen wakker. In de kantine heeft ze tegen [betrokkene 1] verteld dat [verdachte] dingen bij haar had gedaan die ze niet wilde, dat hij te ver was gegaan. Ze had dat toen ook tegen [betrokkene 2] verteld die er bij kwam.
A: Hij zei: “Kom schatje, doe het voor mij, kom nou joh!”. Ik zei steeds: “Nee dat wil ik niet”. Ik heb gezegd: “Ik wil dit niet, hou op, serieus!”.
Wanneer is het gebeurd: 28 juli 2018.
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Op 28 juli 2018 kregen een collega en ik de melding te gaan naar de [a-straat 1] in [plaats]. Ter plaatse trof ik een vrouwelijk persoon aan die aangaf slachtoffer te zijn. Zij gaf op te zijn: [slachtoffer]. Ik hoorde [slachtoffer] verklaren dat zij aangifte wilde doen tegen [verdachte] van verkrachting. Ik hoorde [slachtoffer] verklaren:
- dat zij meerdere malen aan [verdachte] had aangegeven niet meer te willen dan zoenen en knuffelen,
- dat [verdachte] met zijn handen ging voelen bij haar geslachtsdeel,
- dat zij duidelijk aangaf dat ze dit niet wilde en hem weg begon te duwen,
- dat [verdachte] haar onderbroek uit kreeg,
- dat zij hem wederom mondeling aan gaf dit niet te willen en hem weer weg begon te duwen,
- dat [verdachte] tot twee maal toe met zijn geslachtsdeel in haar geslachtsdeel binnen is gedrongen.
als de op genoemde datum afgelegde verklaring van [betrokkene 1]:
Op 28 juli 2018 lag ik te slapen. [slachtoffer] kwam binnen. Ik zag dat ze in paniek was. Ik zag dat aan haar gezicht en aan hoe ze reageerde. Ze ademde heftig en ze had een geschrokken gezicht. Ze zei dat [verdachte] (het hof begrijpt: de verdachte) handelingen had uitgevoerd die zij niet wilde. [slachtoffer] vertelde dat ze heel duidelijk had gezegd dat ze het niet wilde.
als de op genoemde datum afgelegde verklaring van [betrokkene 2]:
Op 28 juli 2018 werd ik wakker gemaakt door [betrokkene 1]. [betrokkene 1] zei dat [slachtoffer] hem had wakker gemaakt, en toen had ze gezegd dat [verdachte] (het hof begrijpt: de verdachte) iets had gedaan wat zij niet prettig vond. Ik vroeg aan [slachtoffer] wat er was gebeurd. Ze zei dat toen [verdachte] seks wilde, zij had gezegd dat hij moest stoppen en dat ze het niet wilde en dat hij van haar af moest gaan. Dat deed hij niet en toen is hij met zijn penis bij haar naar binnengegaan. Ze had meerdere malen stop gezegd. Ze was zichtbaar aangedaan. Ik zag verdriet en onmacht. Haar stem klonk emotioneel.”
3.Beslissing
23 april 2024.