ECLI:NL:HR:2024:634
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard in belastingzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 april 2024 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende, [X], tegen het Dagelijks Bestuur van de Belasting samenwerking Gouwe-Rijnland. Dit beroep was gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 7 december 2023, nr. BK-22/01243, die op zijn beurt betrekking had op een verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van het Hof van 29 juni 2023. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het Hof niet kunnen slagen. Gezien de omstandigheden heeft de Hoge Raad besloten om het beroep in cassatie zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Het arrest is gewezen door vice-president J.A.R. van Eijsden, met medewerking van raadsheren J. Wortel en A.E.H. van der Voort Maarschalk, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.