ECLI:NL:HR:2024:379

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 maart 2024
Publicatiedatum
8 maart 2024
Zaaknummer
23/00182
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen vrijspraak in moordzaak met meerdere inzittenden op Curaçao

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, waarin de verdachte was vrijgesproken van (poging tot) moord en het voorhanden hebben van een vuurwapen. De feiten van de zaak dateren uit 2020, toen de verdachte en een medeverdachte op een openbare weg in Curaçao een auto met meerdere inzittenden met zes kogels doorzeefden. De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel van de verdachte beoordeeld en geconcludeerd dat de vereiste bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte voor het medeplegen van het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie voldoende was aangetoond in de bewijsvoering van het hof. Het hof had vastgesteld dat de verdachte, na met een vuurwapen te zijn bedreigd, de medeverdachte had opgehaald en hen samen naar de locatie van de slachtoffers was gereden. De Hoge Raad oordeelde dat het hof terecht had overwogen dat de verdachte opzet had op de dood van de slachtoffers, en dat het oordeel van het hof niet onbegrijpelijk was. De Hoge Raad heeft het beroep van de verdachte verworpen, waarmee de vrijspraak in stand bleef.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/00182 C
Datum12 maart 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 8 december 2022, nummer H 197/2021, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1999,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben R.J. Baumgardt en M.J. van Berlo, beiden advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel komt op tegen het bewezenverklaarde.
2.2
Het cassatiemiddel leidt niet tot cassatie. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren M. Kuijer en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
12 maart 2024.