Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
16 februari 2024.
Hoge Raad
In de zaak van verzoekster, wonende op een geheim adres, tegen Jeugdbescherming Regio Amsterdam, heeft de Hoge Raad op 16 februari 2024 uitspraak gedaan. Verzoekster heeft cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof Amsterdam. De plaatsvervangend Procureur-Generaal M.H. Wissink heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van verzoekster in haar cassatieberoep. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de door verzoekster ingediende procesinleiding niet voldeed aan de eisen van artikel 426a lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, omdat deze niet was ondertekend door een advocaat bij de Hoge Raad. Verzoekster had de mogelijkheid om het verzuim binnen twee weken te herstellen, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. Hierdoor heeft de Hoge Raad besloten dat verzoekster niet-ontvankelijk is in haar beroep. De beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer F.J.P. Lock.