Uitspraak
1.Procesverloop
2.Uitgangspunten en feiten
Pagina 2
3.Beoordeling van het middel in het principale beroep
4.Beoordeling van het middel in het incidentele beroep
5.Beslissing
29 november 2024.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 november 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Belfurn B.V. en Leen Bakker Nederland B.V. over de rechtsgeldigheid van de opzegging van een franchiseovereenkomst. Belfurn, de eiseres tot cassatie, had een franchiseovereenkomst met Leen Bakker, die in 2012 begon en in 2016 werd verlengd. Leen Bakker heeft de overeenkomst opgezegd per 31 december 2021, wat leidde tot een geschil over de toerekenbaarheid van deze opzegging en de daaruit voortvloeiende schade. De kantonrechter had de vorderingen van Belfurn in conventie afgewezen, maar het hof heeft dit vonnis vernietigd en Leen Bakker veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan Belfurn. De Hoge Raad heeft de proceskostenveroordeling in eerste aanleg vernietigd en de kosten gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De Hoge Raad heeft ook Leen Bakker veroordeeld tot terugbetaling van de door Belfurn betaalde proceskosten, vermeerderd met wettelijke rente. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een redelijke opzeggingsgrond in franchiseovereenkomsten en de gevolgen van proceskosten in hoger beroep.