ECLI:NL:HR:2024:1754
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake belastingrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 november 2024 uitspraak gedaan over het beroep in cassatie dat door belanghebbende is ingesteld. De zaak betreft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie, waarbij de griffier van de Hoge Raad op 22 juli 2024 een verzoek heeft gedaan aan belanghebbende om binnen zes weken een afschrift van de bestreden uitspraak over te leggen. Dit verzoek is per e-mail naar belanghebbende verzonden, en de Hoge Raad gaat ervan uit dat belanghebbende dit bericht heeft ontvangen. Echter, belanghebbende heeft geen gehoor gegeven aan dit verzoek, waardoor het voor de Hoge Raad niet mogelijk is om te bepalen waar het geschil precies over gaat.
Gelet op het feit dat belanghebbende niet heeft voldaan aan het verzoek van de griffier, heeft de Hoge Raad besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De beslissing is genomen door de vice-president en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken op de datum van de uitspraak.