ECLI:NL:HR:2024:1678

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 november 2024
Publicatiedatum
15 november 2024
Zaaknummer
22/02160
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen strafbeschikking en afstand van bevoegdheid in het strafrecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 november 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 10 juni 2022 was gewezen. De zaak betreft een verzet tegen een strafbeschikking, waarbij de vraag centraal staat of de verdachte afstand heeft gedaan van de bevoegdheid om verzet in te stellen, omdat de strafbeschikking was voldaan door een bewindvoerder. De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel dat door de verdachte was ingediend, gegrond verklaard. De advocaat-generaal, P.M. Frielink, had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het gerechtshof. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en de uitspraak van het hof vernietigd, met de opdracht om de zaak opnieuw te berechten. Dit arrest is van belang voor de interpretatie van artikel 257e.1 van het Wetboek van Strafvordering, en de samenhang met andere zaken, genummerd 22/02159, 22/02161, 22/02162 en 22/02163, is ook relevant. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige procedurele waarborgen in het strafrecht, vooral in gevallen waarin de bevoegdheid tot verzet tegen een strafbeschikking ter discussie staat.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/02160
Datum19 november 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 juni 2022, nummer 21-002843-19, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft S.F.W. van 't Hullenaar, advocaat in Arnhem, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal P.M. Frielink heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel komt op tegen het oordeel van het hof dat het tegen de strafbeschikking gedane verzet niet-ontvankelijk is.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak 22/02159, ECLI:NL:HR:2024:1677.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren M. Kuijer en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
19 november 2024.