ECLI:NL:HR:2024:1580

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 november 2024
Publicatiedatum
6 november 2024
Zaaknummer
24/00915
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 november 2024 uitspraak gedaan op het beroep in cassatie van [X] tegen de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 23 februari 2024, met nummer 202305873/3/A2. De Hoge Raad heeft beoordeeld of het beroep in cassatie ontvankelijk is. Volgens artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie kan de Hoge Raad enkel kennisnemen van cassatieberoepen tegen uitspraken van de bestuursrechter indien dit bij wet is bepaald. In dit geval is er geen wettelijke bepaling die het mogelijk maakt om beroep in cassatie in te stellen tegen de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Daarom heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk moet worden verklaard.

Daarnaast heeft de Hoge Raad in deze uitspraak geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De beslissing van de Hoge Raad is genomen in de raadkamer op 23 oktober 2024 en openbaar uitgesproken op 8 november 2024. De uitspraak is vastgesteld door de voorzitter en twee raadsheren, met de waarnemend griffier aanwezig. De Hoge Raad heeft hiermee een duidelijke lijn getrokken over de ontvankelijkheid van cassatieberoepen in bestuursrechtelijke zaken, wat van belang is voor toekomstige procedures.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer24/00915
Datum8 november 2024
ARREST
op het door [X] (hierna: belanghebbende) ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 23 februari 2024, nr. 202305873/3/A2.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Ingevolge artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie neemt de Hoge Raad enkel kennis van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de bestuursrechter voor zover dit bij wet is bepaald. Er is geen wettelijke bepaling die beroep in cassatie openstelt tegen een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het beroep in cassatie dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is vastgesteld door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, in de raadkamer van 23 oktober 2024 en op 8 november 2024 in het openbaar uitgesproken.