ECLI:NL:HR:2024:1551

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 oktober 2024
Publicatiedatum
25 oktober 2024
Zaaknummer
23/03849
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor corrosie in koelwatersysteem van fabriek en de rol van deskundigenrapporten

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 oktober 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Allianz Global Corporate & Specialty SE en Ducor Petrochemicals B.V. als eiseressen en Nalco Netherlands B.V. als verweerster. De zaak betreft aansprakelijkheid voor corrosie in het koelwatersysteem van een fabriek, waarbij Allianz c.s. Nalco aanspreken voor de schade die is ontstaan door gebrekkige waterbehandeling. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten in deze kwestie, waaronder die van de rechtbank Den Haag en het gerechtshof Den Haag, en behandelt de klachten van Allianz c.s. over de wijze waarop het hof is omgegaan met deskundigenrapporten en de bewijslastverdeling. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof, en dat er geen noodzaak is om te motiveren waarom dit oordeel is gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en veroordeelt Allianz c.s. in de kosten van het geding, die zijn begroot op € 14.229,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer23/03849
Datum25 oktober 2024
ARREST
In de zaak van
1. ALLIANZ GLOBAL CORPORATE & SPECIALTY SE,
gevestigd te München, Duitsland,
2. DUCOR PETROCHEMICALS B.V.,
gevestigd te Rozenburg,
EISERESSEN tot cassatie,
hierna gezamenlijk: Allianz c.s.,
advocaat: E.M. Tjon-En-Fa,
tegen
NALCO NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Leiden,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Nalco,
advocaat: A. Stortelder.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/09/518982 / HA ZA 16-1112 van de rechtbank Den Haag van 25 januari 2017 en 11 april 2018;
b. de arresten en beschikking in de zaak 200.242.808/01 van het gerechtshof Den Haag van 14 januari 2020, 22 september 2020, 22 december 2020, 27 juli 2021, 30 juni 2022 (beschikking) en 4 juli 2023.
Allianz c.s. hebben tegen het arrest van het hof van 4 juli 2023 beroep in cassatie ingesteld.
Nalco heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, en voor Nalco mede door J.H.G. Hordijk en J.M. Hoekstra.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Allianz c.s. heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt Allianz c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Nalco begroot op € 14.229,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Allianz c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren H.M. Wattendorff, als voorzitter, F.R. Salomons en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
25 oktober 2024.