Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
Op maandag 25 oktober 2021 omstreeks 16.15 uur was ik bij [betrokkene 1] (hof begrijpt: [betrokkene 1] , de moeder van verdachte). Ik ken de zoon van [betrokkene 1] , [verdachte] . Ik was samen met [betrokkene 1] hout in de aanhanger aan het laden en toen kwam [verdachte] eraan lopen. Ik hoorde hem roepen: “Ga naar huis dikke vette boer”. Ik zag dat [verdachte] hout oppakte en in mijn richting gooide. Hij liep naar mij toe en greep mij vast en duwde mij naar de grond. Dit deed hij met twee handen.
Op 25 oktober 2021 omstreeks 16.30 uur was ik samen met een vriend van mij, [aangever] (hof: aangever) tuinafval op zijn aanhanger aan het laden. Mijn woning ligt aan het [a-straat 1] in [plaats] . Toen ik samen met [aangever] in de tuin stond, kwam mijn zoon [verdachte] zonder aanleiding op hem af gelopen. Ik zag dat [verdachte] [aangever] in een hoop bladeren duwde.
Ik heb [aangever] geduwd. Toen viel hij op de grond.”
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Beslissing
15 oktober 2024.