ECLI:NL:HR:2024:1429
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over omzetbelasting bij invoer en vertegenwoordiging
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 oktober 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de toepassing van omzetbelasting bij invoer. De zaak betreft [X] B.V. die in cassatie ging tegen de Staatssecretaris van Financiën, naar aanleiding van een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 20 juni 2023. De belanghebbende, vertegenwoordigd door J.A. Biermasz en F. Taptik, had hoger beroep ingesteld tegen eerdere uitspraken van de Rechtbank Noord-Holland. De kwestie draait om de uitgereikte uitnodigingen tot betaling van omzetbelasting aan [A] B.V. en de rol van de directe vertegenwoordiger in het douaneregeling. De Hoge Raad oordeelde dat het middel faalt op de gronden zoals vermeld in de rechtsoverwegingen van een eerder arrest van 24 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1626, dat betrekking heeft op de uitleg van artikelen van het Communautair douanewetboek. De Hoge Raad concludeerde dat de inhoud en strekking van de relevante artikelen van het Douanewetboek van de Unie niet anders zijn dan die van het CDW. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten en verklaarde het beroep in cassatie ongegrond.