Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
Noot: Voor de behandeling van onderhavige zaak op de volgende zitting dienen 5 minuten te worden gereserveerd.”
is niet verschenen.
3.Beslissing
8 oktober 2024.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 oktober 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 10 juni 2022. De verdachte, geboren in 1998, was veroordeeld voor het rijden zonder rijbewijs. Het procesverloop in cassatie begon met een beroep van de verdachte, waarbij zijn advocaat D. Bektesević een cassatiemiddel indiende. De advocaat-generaal D.J.C. Aben concludeerde tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het gerechtshof Amsterdam voor een nieuwe behandeling.
De Hoge Raad beoordeelde het cassatiemiddel dat klaagde over de beslissing van het hof om de zaak buiten aanwezigheid van de verdachte en zijn raadsvrouw inhoudelijk te behandelen. De Hoge Raad constateerde dat de dagvaarding voor de zitting van 10 juni 2022 sprak van een 'rolzitting', bedoeld om de verdachte in de gelegenheid te stellen bezwaren tegen het vonnis op te geven. De verdachte had echter voorafgaand aan de zitting zijn bezwaren al kenbaar gemaakt via een appelschriftuur. Dit leidde tot de conclusie dat de beslissing van het hof om verstek te verlenen en de zaak buiten aanwezigheid van de verdachte voort te zetten, niet begrijpelijk was.
De Hoge Raad vernietigde daarom de uitspraak van het hof en wees de zaak terug naar het gerechtshof Amsterdam, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Deze uitspraak benadrukt het belang van het aanwezigheidsrecht van de verdachte in het strafproces en de noodzaak voor de rechter om dit recht te respecteren, vooral in situaties waarin de verdachte zijn bezwaren tijdig heeft ingediend.