ECLI:NL:HR:2024:1369

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 oktober 2024
Publicatiedatum
3 oktober 2024
Zaaknummer
23/04530
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over afwijzing uitstelverzoek mondelinge behandeling en bewijsaanbod

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 oktober 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. De eiseres tot cassatie, een eenmanszaak gevestigd in Bulgarije, heeft beroep ingesteld tegen een beslissing en arrest van het gerechtshof Den Haag. De zaak betreft een uitstelverzoek voor de mondelinge behandeling dat door het hof ten onrechte is afgewezen, evenals de beoordeling van een bewijsaanbod. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Den Haag en beslissingen van het gerechtshof, waaruit blijkt dat de eiseres niet tevreden was met de uitkomsten van de lagere instanties. De advocaat van de eiseres heeft schriftelijk gereageerd op de conclusie van de Advocaat-Generaal, die tot verwerping van het cassatieberoep strekte. Na beoordeling van de klachten heeft de Hoge Raad geoordeeld dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de eerdere beslissingen. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep verworpen en de eiseres veroordeeld in de kosten van het geding, die zijn begroot op een totaal van € 9.315,--, vermeerderd met wettelijke rente indien niet binnen veertien dagen aan deze kosten is voldaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer23/04530
Datum4 oktober 2024
ARREST
In de zaak van
[eenmanszaak],
gevestigd te [vestigingsplaats], Bulgarije,
EISERES tot cassatie,
hierna: [eenmanszaak],
advocaat: N.C. van Steijn,
tegen
1. [beheermaatschappij] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [oprichter van SnowWorld],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: [verweerders],
advocaat: P.A. Fruytier.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/09/599353 / HA ZA 20/886 van de rechtbank Den Haag van 10 maart 2021 en 22 december 2021;
b. de beslissing en het arrest in de zaak 200.308.717/01 van het gerechtshof Den Haag van 28 maart 2023 (beslissing) en 22 augustus 2023 (arrest).
[eenmanszaak] heeft tegen de beslissing en het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
[verweerders] hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, en voor [verweerders] mede door J.P. Jas.
De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eenmanszaak] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beslissing en het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beslissing en dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [eenmanszaak] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerders] begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eenmanszaak] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren S.J. Schaafsma en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
4 oktober 2024.