Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
20 september 2024.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 september 2024 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van betrokkene, die in beroep ging tegen een beschikking van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 20 december 2023 een beschikking gegeven in de zaak C/09/656207 / FA RK 23-7924, waartegen betrokkene cassatie heeft ingesteld. De Centrale Indicatiestelling Zorg (CIZ), de verweerder in cassatie, is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal L.M. Coenraad heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.
De Hoge Raad heeft de klachten van betrokkene over de beschikking van de rechtbank beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. Het is niet nodig om de redenen voor dit oordeel te motiveren, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat de beschikking van de rechtbank in stand blijft. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide.