Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
13 september 2024.
Hoge Raad
In de zaak tussen Sint Maarten Telephone Company N.V. (hierna: Telem) en MER Sint Maarten B.V. (hierna: MER) heeft de Hoge Raad op 13 september 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. Telem, vertegenwoordigd door advocaten J.W.H. van Wijk en J.W. de Jong, heeft cassatie ingesteld tegen een beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, die op 13 september 2023 was gegeven. De advocaat van MER, B.M.H. Fleuren, heeft verzocht het cassatieberoep te verwerpen. De Advocaat-Generaal P. Vlas heeft in zijn conclusie ook geadviseerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de klachten van Telem over de beschikking van het hof beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van de beschikking. Het was niet nodig om te motiveren waarom dit oordeel was gegeven, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
In zijn beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van Telem verworpen en Telem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van MER zijn begroot op € 857,-- aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien Telem deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak heeft voldaan. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door de vicepresident M.J. Kroeze en de raadsheren F.J.P. Lock, G.C. Makkink en A.E.B. ter Heide.