Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
13 september 2024.
Hoge Raad
In deze zaak heeft Unigarant N.V. cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. Het hof had op 27 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil dat voortvloeide uit een opstalverzekering. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Oost-Brabant, waarbij op 7 oktober 2020 en 4 augustus 2021 vonnissen zijn gewezen. Unigarant, vertegenwoordigd door advocaat J.H.M. van Swaaij, heeft het cassatieberoep ingesteld tegen de vordering van de verzekeringnemer, die niet is verschenen in de procedure. De Advocaat-Generaal W.L. Valk heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van Unigarant schriftelijk heeft gereageerd.
De Hoge Raad heeft de klachten van Unigarant over het arrest van het hof beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. Het is niet nodig om te motiveren waarom dit oordeel is gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van Unigarant verworpen en de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van de verzekeringnemer, die op nihil zijn begroot, aan Unigarant opgelegd. Dit arrest is uitgesproken op 13 september 2024.