Uitspraak
1.Procesverloop
De advocaat van de rederij heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
6 september 2024.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 september 2024 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van Rederij Eureka B.V. tegen de Gemeente Deventer. De rederij had beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 mei 2023, waarin de Gemeente als verweerder optrad. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten in de feitelijke instanties, waaronder vonnissen van de rechtbank Overijssel en eerdere arresten van het gerechtshof. De advocaat-generaal W.L. Valk had geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van de rederij schriftelijk heeft gereageerd.
De Hoge Raad heeft de klachten van de rederij over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van de rederij verworpen en de rederij veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Gemeente zijn begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien de rederij deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak heeft voldaan.