ECLI:NL:HR:2024:1045

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 juli 2024
Publicatiedatum
4 juli 2024
Zaaknummer
24/00005
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie door een vennootschap onder firma

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 juli 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door V.O.F. [X]. Het beroep in cassatie was ingediend door [A], die als indiener optrad. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie beoordeeld. De indiener werd verzocht om een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel over te leggen, waaruit zou moeten blijken dat hij bevoegd was om namens V.O.F. [X] het beroep in cassatie in te stellen. Dit verzoek werd op 24 januari 2024 per aangetekende brief verzonden en volgens de gegevens van PostNL was deze brief op 25 januari 2024 afgeleverd op het opgegeven adres van de indiener.

Echter, de indiener heeft het gevraagde uittreksel niet overgelegd, waardoor de Hoge Raad niet kon vaststellen dat hij bevoegd was om namens V.O.F. [X] het beroep in cassatie in te stellen. Gezien deze omstandigheden concludeerde de Hoge Raad dat de indiener niet bevoegd was en verklaarde het beroep in cassatie niet-ontvankelijk. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Dit arrest is openbaar uitgesproken en ondertekend door de vice-president en twee raadsheren, met de waarnemend griffier aanwezig.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer24/00005
Datum5 juli 2024
ARREST
op het door [A] ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 10 november 2023, nrs. BRE 21/4038 tot en met BRE 21/4040 [1] .

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

1.1
Het beroep in cassatie is volgens het beroepschrift ingesteld namens V.O.F. [X]. Het beroepschrift is ondertekend door [A] (hierna: de indiener van het beroepschrift).
1.2
Aangezien de belanghebbende bij de onderhavige procedure een vennootschap onder firma is, heeft de griffier van de Hoge Raad de indiener van het beroepschrift verzocht binnen een termijn van zes weken een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel over te leggen waaruit genoegzaam blijkt dat hij bevoegd was om namens V.O.F. [X] beroep in cassatie in te stellen. Dat verzoek is bij aangetekende brief van 24 januari 2024 aan de indiener van het beroepschrift verzonden. Volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is die brief op 25 januari 2024 afgeleverd op het door de indiener van het beroepschrift opgegeven adres.
1.3
De indiener van het beroepschrift heeft het gevraagde uittreksel niet overgelegd, zodat niet kan worden vastgesteld dat de indiener van het beroepschrift bevoegd was om namens V.O.F. [X] beroep in cassatie in te stellen. Daarom gaat de Hoge Raad ervan uit dat de indiener van het beroepschrift niet bevoegd was om namens V.O.F. [X] beroep in cassatie in te stellen en zal de Hoge Raad om die reden het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.E. van Hilten als voorzitter, en de raadsheren E.N. Punt en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 5 juli 2024.