ECLI:NL:HR:2023:993

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 juni 2023
Publicatiedatum
28 juni 2023
Zaaknummer
21/03573 P
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over profijtontneming en onvolkomenheid bij beëdiging van de advocaat-generaal

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 juni 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een uitspraak van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 18 augustus 2021. Het beroep in cassatie is ingesteld door de betrokkene, die werd bijgestaan door de advocaten I.T.H.L. van de Bergh en T. Straten. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, voortkomend uit hennepteelt. De advocaat-generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De raadslieden hebben in hun schriftuur uitsluitend de onvolkomenheid bij de beëdiging van de advocaat-generaal aan de orde gesteld, die betrokken was bij de behandeling van de zaak in hoger beroep. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling verwezen naar een eerder arrest (ECLI:NL:HR:2022:1438) en geconcludeerd dat deze onvolkomenheid geen verdere bespreking behoeft. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, waarmee de uitspraak van het gerechtshof in stand blijft.

Deze uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de voorwaarden en eisen rondom de beëdiging van de advocaat-generaal in cassatieprocedures verduidelijkt. De samenhang met andere zaken, genummerd 21/03571 en 21/03574, is ook relevant voor de context van deze uitspraak.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer21/03573 P
Datum27 juni 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 18 augustus 2021, nummer 20-002573-18, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste
van
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987,
hierna: de betrokkene.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze hebben I.T.H.L. van de Bergh en T. Straten, beiden advocaat te Maastricht, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

De raadslieden hebben – na het verstrijken van de in artikel 437 lid 2 Sv bedoelde termijn – in de schriftuur uitsluitend aan de orde gesteld dat bij de beëdiging van de advocaat-generaal die bij de behandeling van de zaak in hoger beroep betrokken is geweest, zich een onvolkomenheid heeft voorgedaan. Gelet op het arrest dat de Hoge Raad op 21 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1438, heeft gewezen, behoeft dat geen verdere bespreking.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren J.C.A.M. Claassens en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
27 juni 2023.