Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
27 juni 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 juni 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 18 augustus 2021. De verdachte, geboren in 1990, was in cassatie gegaan tegen de veroordeling voor het aanwezig hebben van hennepplanten in haar gehuurde woning, in strijd met artikel 3 van de Opiumwet. De verdachte voerde aan dat zij geen toegang had tot de ruimte waar de hennepplanten zich bevonden, maar deze alternatieve lezing werd door de Hoge Raad verworpen.
Daarnaast werd er een bewijsklacht ingediend, maar ook deze klacht leidde niet tot vernietiging van de uitspraak van het hof. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten over de uitspraak van het hof niet konden leiden tot een andere uitkomst. De advocaat-generaal B.F. Keulen had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad volgde deze conclusie.
Een ander punt van discussie was de onvolkomenheid bij de beëdiging van de advocaat-generaal die betrokken was bij de behandeling van de zaak in hoger beroep. De Hoge Raad oordeelde dat, gelet op een eerder arrest, deze onvolkomenheid geen verdere bespreking behoeft. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en besloot het beroep te verwerpen, zonder verdere motivering, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de ontwikkeling van het recht.