ECLI:NL:HR:2023:99

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 januari 2023
Publicatiedatum
26 januari 2023
Zaaknummer
21/05013
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over onjuiste mededeling bij verkoop bedrijfspand en schadevergoeding

In deze zaak heeft Anjelier B.V. cassatie ingesteld tegen de arresten van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft een geschil over de verkoop van een bedrijfspand en de vraag of er sprake was van een onjuiste mededeling over de nieuwe dakbedekking, wat mogelijk gevolgen heeft voor de schadevergoeding. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Noord-Holland en arresten van het gerechtshof Amsterdam. De advocaat-generaal S.D. Lindenbergh heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de klachten van Anjelier beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de eerdere arresten. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en Anjelier veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 7.015,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien niet tijdig voldaan wordt.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/05013
Datum27 januari 2023
ARREST
In de zaak van
ANJELIER B.V.,
gevestigd te Brummen,
EISERES tot cassatie,
hierna: Anjelier,
advocaat: E.J.H. Zandbergen,
tegen
[verweerster] BEHEER B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: [verweerster],
advocaat: J.W. de Jong.

1.Procesverloop in cassatie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/15/265364 / HA ZA 17-717 van de rechtbank Noord-Holland van 13 december 2017 en 28 maart 2018;
b. de arresten in de zaak 200.239.357/01 van het gerechtshof Amsterdam van 17 december 2019, 25 augustus 2020 en 7 september 2021.
Anjelier heeft tegen de arresten van het hof beroep in cassatie ingesteld.
[verweerster] heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor [verweerster] toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal S.D. Lindenbergh strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Anjelier heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de arresten van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van deze arresten. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt Anjelier in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 7.015,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Anjelier deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren C.H. Sieburgh en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
27 januari 2023.