Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
16 juni 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft eiser [A], handelende onder de naam [A], beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. Dit arrest volgde op een geschil over een samenwerkingscontract voor het maken van opnamen met een camera-vliegsysteem. De camera-arm van het systeem brak af, wat leidde tot de vraag of er sprake was van een tekortkoming in de uitvoering van het contract. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Zeeland-West-Brabant en het arrest van het hof, waaruit blijkt dat de klachten van [A] over het hof niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad oordeelt dat het niet nodig is om te motiveren waarom de klachten niet gegrond zijn, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekte tot verwerping van het cassatieberoep, en de Hoge Raad volgt deze conclusie. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep en veroordeelt [A] in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Toprek op nihil zijn begroot.