3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
[appellant] verleent videocameradiensten en is gespecialiseerd in het verzorgen van video-opnames waarbij camera’s bewegen en een hoge beeldstabiliteit vereist is.
Toprek maakt haar bedrijf van (onder meer) het ontwerpen en bouwen van (kabel)systemen voor het bewegen van (video)camera’s, objecten en mensen voor de evenementenindustrie.
[appellant] en Toprek hebben medio 2012 overleg gevoerd over een mogelijke samenwerking met betrekking tot het realiseren van een camera-vliegsysteem. Partijen hebben na het maken van proefopstellingen en het uitvoeren van testen een dergelijk systeem gerealiseerd.
Voormeld systeem omvat een vliegsysteem van Toprek bestaande uit een viertal kabels die via een aan iedere lichtmast (van een voetbalstadion) bevestigde katrol verbonden zijn met een daaronder geplaatste lier. Het vliegsysteem wordt bestuurd door Toprek . Aan de kabels van het vliegsysteem hangt een zogenaamde Dolly (een element met accu’s en communicatie-apparatuur, die tijdens het incident afkomstig was van [appellant] ) met daaronder een gestabiliseerd camerasysteem bestaande uit (onder meer) een camera-arm (Flighthead) met daaraan bevestigd een videocamera. Het camerasysteem wordt bestuurd door [appellant] .
[appellant] heeft het camera-vliegsysteem met de naam ‘Eaglecam’ bij Endemol geïntroduceerd. Het systeem is vervolgens gebruikt tijdens een voetbalwedstrijd van Ajax-AZ op 12 augustus 2012. Endemol heeft op 25 september 2012 een aanvraag bij [appellant] ingediend voor de productie van meerdere wedstrijden, waarna [appellant] met Endemol - voor zover hier relevant - een overeenkomst heeft gesloten voor de wedstrijd Feijenoord-Ajax op zondag 28 oktober 2012. [appellant] heeft voor die wedstrijd Toprek voor het vliegsysteem ingehuurd. [appellant] heeft verder een camera-arm gehuurd van Filmotechnic en een videocamera van (de rechtsvoorganger van) VER Holland.
Op zondag 28 oktober 2012 hebben testvluchten door Toprek met het camera-vliegsysteem plaatsgevonden. Op enig moment tijdens een dergelijke vlucht door Toprek heeft een incident plaatsgevonden, in die zin dat kort na de start een stop optrad waarna een deel van het camerasysteem afbrak en in het gras viel. Het camerasysteem is vervolgens naar de zijlijn bestuurd. Daar bleek dat de camera-arm was afgebroken en een deel ervan samen met de videocamera was gevallen. Endemol heeft partijen op dat moment geïnstrueerd alles onmiddellijk af te breken en het terrein te verlaten, hetgeen zij hebben gedaan.
Endemol heeft nadien alle opdrachten met [appellant] opgeschort en [appellant] meegedeeld dat de factuur van € 28.832,00 ex BTW niet zou worden voldaan.
Bij e-mails van 6 en 7 november 2012, 29 januari 2013 en 25 maart 2013 hebben partijen en een expert van de verzekeraar van Filmotechnic gecorrespondeerd over de mogelijke oorzaak van het incident. Partijen verschillen daarover van mening.
Toprek heeft [appellant] bij brief van 8 augustus 2013 aangesproken tot betaling van de door haar bij de opdracht voor de wedstrijd gemaakte kosten. Toprek heeft [appellant] op 20 en 27 augustus 2013 nadere sommaties gezonden.
[appellant] heeft bij brief van 23 september 2013 de verschuldigdheid van de kosten van Toprek betwist en Toprek voor zijn schade aansprakelijk gesteld. Ook heeft [appellant] de opdrachtovereenkomst met Toprek buitengerechtelijk ontbonden.
Toprek heeft bij brief van 6 november 2013 aansprakelijkheid voor de schade van [appellant] betwist en [appellant] uitgenodigd voor een gesprek. Dit gesprek heeft niet tot overeenstemming tussen partijen geleid.
[appellant] heeft de aansprakelijkstelling van Toprek bij e-mail van 14 januari 2014 herhaald en Toprek verzocht om afgifte van de logboeken.
Bij brief van 27 februari 2014 heeft [appellant] Toprek aansprakelijk gesteld voor de schade.
Tussen partijen is nadien nog gecorrespondeerd over de oorzaak van het incident. Dit heeft niet tot overeenstemming geleid.
De procedure bij de rechtbank
3.2.1.In de onderhavige procedure heeft [appellant] in conventie in eerste aanleg gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
1. voor recht te verklaren dat Toprek aansprakelijk is jegens [appellant] voor alle schade als gevolg van het in de dagvaarding beschreven incident in de Kuip d.d. 28 oktober 2012, nader te specificeren dan wel op te maken bij staat en de zaak te verwijzen naar de schadestaatprocedure;
2. Toprek te veroordelen om bij wijze van voorschot als schadevergoeding aan [appellant] te voldoen een bedrag van € 21.800,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 oktober 2012, althans een in goede justitie te bepalen voorschot;
3. Toprek te veroordelen om aan [appellant] de verdere schade te vergoeden die door hem is geleden, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeer-deren met de wettelijke rente daarover vanaf een in goede justitie te bepalen datum tot aan de dag der algehele voldoening,
4. Toprek te veroordelen in de kosten van deze procedure en daarbij te bepalen dat Toprek vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd zal worden tot aan de dag van voldoening en
5. Toprek te veroordelen in de nakosten.
3.2.2.[appellant] heeft aan deze vorderingen primair ten grondslag gelegd dat Toprek aansprakelijk is voor de schade van [appellant] op grond van het bepaalde in artikel 6:173 BW omdat het vliegsysteem, althans het daarmee verbonden besturingssysteem, gebrekkig is. Subsidiair heeft [appellant] aangegeven dat Toprek jegens hem tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende verplichtingen om het vliegsysteem deugdelijk te installeren, te testen en te bedienen. Meer subsidiair heeft hij als grondslag onrechtmatig handelen van Toprek aangevoerd.
3.2.3.Toprek heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.
3.2.4.Toprek heeft in reconventie gevorderd om [appellant] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 24.200,00, vermeerderd met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW over een bedrag van € 15.000,00 vanaf 15 oktober 2012 en de wettelijke rente over een bedrag van € 5.000,00 vanaf 20 november 2012, alles tot aan de dag der algehele voldoening met veroordeling van [appellant] in de kosten van de procedure.
3.2.5.Toprek heeft daaraan nakoming van betalingsverplichtingen ten grondslag gelegd.
[appellant] heeft hiertegen gemotiveerd verweer gevoerd.
3.2.6.In het tussenvonnis van 18 oktober 2017 heeft de rechtbank een comparitie van partijen gelast.
3.2.7.In het tussenvonnis van 18 april 2018 heeft de rechtbank aan [appellant] opgedragen te bewijzen dat de camera-arm is bezweken vanwege extreme overbelasting, dat die overbelasting is ontstaan doordat het systeem na een bovenmatige versnelling bovenmatig is vertraagd, waardoor de centrifugale belasting de veiligheidsfactor heeft overschreden.
3.2.8.In het tussenvonnis van 19 december 2018 heeft de rechtbank een deskundigenonderzoek gelast en bij tussenvonnis van 27 maart 2019 werktuigbouwkundig ingenieur de heer [deskundige 1] tot deskundige benoemd en hem een aantal vragen voorgelegd. Het voorschot op de kosten van deze deskundige is vastgesteld op € 19.874,25 inclusief 21% BTW en dit voorschot diende door [appellant] te worden betaald.
3.2.9.Nadat het onderzoeksrapport op 27 september 2019 bij de rechtbank is gedeponeerd en partijen zich hierover hebben uitgelaten, heeft de rechtbank op 22 juli 2020 een eindvonnis gewezen. De vorderingen van [appellant] zijn afgewezen en die van Toprek toegewezen. [appellant] is in de kosten van de conventie en de reconventie veroordeeld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De gewijzigde eis in hoger beroep