ECLI:NL:HR:2023:915

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 juni 2023
Publicatiedatum
12 juni 2023
Zaaknummer
22/03224
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Artikel 80a RO-zaken
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake poging tot doodslag en verkeersongeval

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 25 augustus 2022 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1989. De verdachte was betrokken bij een poging tot doodslag in 2016 in Venlo, waarbij hij tijdens een achtervolging opzettelijk inreed op een andere auto met twee inzittenden. Dit leidde tot een verkeersongeval, waarbij door de schuld van de verdachte, die roekeloos handelde, lichamelijk letsel werd toegebracht aan een passagier in zijn auto. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie beoordeeld en de klachten over de uitspraak van het hof onderzocht. De procureur-generaal bij de Hoge Raad kreeg de gelegenheid om een advies uit te brengen. De Hoge Raad kwam tot de conclusie dat het cassatieberoep duidelijk niet kon slagen en verklaarde het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk, zoals voorzien in artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Dit arrest is gewezen op 13 juni 2023 en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/03224
Datum13 juni 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 25 augustus 2022, nummer 20-001154-19, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft L.P.H. Hameleers, advocaat te Roermond, een schriftuur ingediend. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen. De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren J.C.A.M. Claassens en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
13 juni 2023.