ECLI:NL:HR:2023:907
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 juni 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende, vertegenwoordigd door L. van Dommele, tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 3 augustus 2022. De zaak betreft de aan de erfgenamen van [X] opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2016. De Staatssecretaris van Financiën, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld, maar deze konden niet leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft geen motivering hoeven geven voor dit oordeel, aangezien de klachten niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard.