Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
13 juni 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juni 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 31 maart 2022. De verdachte, geboren in 1994, was betrokken bij een poging tot moord in 2019 in Rosmalen, waarbij hij als bijrijder vanuit een rijdende auto met een vuurwapen op een ander schoot. De Hoge Raad heeft de klachten van de verdachte over de uitspraak van het hof beoordeeld. De eerste klacht betrof de vraag of het hof toereikend had gemotiveerd dat de verdachte in een gemoedsopwelling terugschoot. De tweede klacht ging over de vraag of het hof voldoende had gemotiveerd dat niet uit de bewijsmiddelen volgde in welke richting was geschoten, wat de schietafstand was en op welke hoogte was geschoten. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.