Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
13 juni 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juni 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1992, was betrokken bij een schietincident in 2019 in Rosmalen, waarbij hij als bestuurder van een auto fungeerde van waaruit een medeverdachte op klaarlichte dag met een vuurwapen op een ander schoot. De Hoge Raad heeft de cassatiemiddelen van de verdachte beoordeeld, die onder andere betrekking hadden op de bewijsklacht van voorbedachte raad en voorwaardelijk opzet op het doden van de ander. De advocaat-generaal E.J. Hofstee had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten over de uitspraak van het hof niet konden leiden tot vernietiging van die uitspraak. De beslissing werd genomen zonder dat de Hoge Raad verdere motivering diende te geven, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Het arrest is gewezen door vice-president V. van den Brink, samen met de raadsheren A.L.J. van Strien en J.C.A.M. Claassens, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.