ECLI:NL:HR:2023:870

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 juni 2023
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
22/02429
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over misleiding bij investeringsovereenkomst en toerekenbaar onrechtmatig handelen

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, hebben de eisers tot cassatie, aangeduid als STAK c.s., beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en betrof een geschil over een investeringsovereenkomst. De eisers stelden dat er sprake was van misleiding bij het aangaan van deze overeenkomst en vroegen zich af of er toerekenbaar onrechtmatig was gehandeld. De Hoge Raad verwijst naar de relevante feiten en processtukken, waaronder eerdere uitspraken van de rechtbank en het hof. De advocaat-generaal B.F. Assink heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, wat de Hoge Raad uiteindelijk heeft overgenomen. De Hoge Raad heeft de klachten van de eisers beoordeeld, maar deze niet gegrond bevonden. Het oordeel van het hof blijft daardoor in stand. De Hoge Raad heeft ook beslist dat STAK c.s. in de kosten van het geding in cassatie worden veroordeeld, met een specificatie van de kosten die aan de zijde van de verweersters zijn gemaakt. Dit arrest is op 9 juni 2023 gewezen en openbaar uitgesproken door raadsheer F.J.P. Lock.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/02429
Datum9 juni 2023
ARREST
In de zaak van
1. [Stichting Administratiekantoor],
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [eiser 2],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
hierna: STAK c.s.,
advocaat: D.M. de Knijff,
tegen
1. RECYCLING SOLUTIONS INVESTMENT PARTNERS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. EM CAPITAL PARTNERS B.V.,
gevestigd te Musselkanaal,
3. [Holding] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTERS in cassatie,
hierna: [verweersters],
advocaat: B.I. Kraaipoel.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/13/639813 / HA ZA 17-1261 van de rechtbank Amsterdam van 28 februari 2018 en 16 januari 2019;
b. het arrest in de zaak 200.260.559/01 van het gerechtshof Amsterdam van 5 april 2022.
STAK c.s. hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
[verweersters] hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van STAK c.s. heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt STAK c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweersters] begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien STAK c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.H. Sieburgh, als voorzitter, F.J.P. Lock en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
9 juni 2023.