Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Beslissing
6 juni 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 juni 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte was veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, maar de strafmotivering van het hof gaf aan dat het hof een gevangenisstraf van acht maanden had willen opleggen. De Hoge Raad constateerde dat er sprake was van een kennelijke misslag in de strafoplegging, maar dat deze misslag niet tot cassatie hoefde te leiden, omdat de Hoge Raad de uitspraak van het hof zo verstond dat de verdachte een gevangenisstraf van acht maanden was opgelegd. De Hoge Raad merkte op dat dergelijke misslagen zich goed lenen voor herstel door het hof zelf, wat de voorkeur verdient voor een snelle en duidelijke oplossing.
Daarnaast werd in de zaak ook een tweede cassatiemiddel behandeld, waarin werd geklaagd over de overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase. De Hoge Raad oordeelde dat dit cassatiemiddel gegrond was, wat leidde tot een vermindering van de gevangenisstraf. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad de uitspraak van het hof vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en deze verminderd tot zeven maanden en drie weken. Het beroep werd voor het overige verworpen.